| 
													
														De
															houtduif
													
													
 
  Orde
															: Columbiformes - familie : Columbidae -
															geslacht : Columba en soort : Columba palumbus.
															De houtduif is ��n van de driehonderd
															duivensoorten die behoren tot de familie der
															Columbidae. Met zijn krachtige, snelle vlucht en gedrongen
															bouw vormt de houtduif een vertrouwd beeld in
															vele delen van Europa en het Midden-Oosten, waar
															hij zowel op de grond als in de bomen naar
															voedsel zoekt. Deze zich makkelijk aanpassende
															duif met zijn typerende roep komt oorspronkelijk
															uit open bosgebied, maar tegenwoordig zoekt deze
															vogel het liefst in gecultiveerd gebied naar
															voedsel.
 Deze sterke vlieger voelt zich in een groot
															aantal leefgebieden thuis, van de Europese
															bossen, stadsparken en tuinen tot aan de bergen
															van Noordwest-India. Populaties uit het koudere
															noorden en oosten van Europa trekken 's winters
															zuidwaarts naar Spanje of Noord-Afrika, maar de
															houtduiven die in de warmere landen broeden,
															zijn standvogels. Buiten de broedtijd zijn het
															groepsdieren, die in grote groepen rusten en
															eten, waarbij ze in de koude wintermaanden vaak
															gewassen vernielen. Als hij niet op zoek is naar
															voedsel, baltst of broed, verzorgt deze vogel
															zijn veren. De regelmatige dagelijkse verzorging
															bestaat uit het gladstrijken van de veren, in
															regen en poeltjes baden en zich lekker in het
															zonnetje koesteren.
 De houtduif voedt zich vooral op de grond,
															waarbij hij parmantig rondstapt en alle
															plantenmateriaal oppikt dat hij tegenkomt. Dit
															behendige dier voedt zich ook in de bomen door
															langs de takken te klauteren en zich vast te
															klampen, zodat hij met zijn snavel bij een bes
															of noot kan en die met een behendige draai van
															zijn kop kan afplukken. Deze ware boomacrobaat
															kan onder meer ondersteboven aan een tak hangen
															om een lekkere vlierbes of beukennoot te kunnen
															bereiken. Graankorrels vormen zijn belangrijkste
															voedselbron, vooral die van tarwe, haver, ma�s,
															gerst en koolzaad. Zijn die er niet, dan vult
															hij zijn dieet aan met bladeren, knoppen en
															bloemen en zo nu en dan ongewervelde dieren
															zoals een regenworm, kever of slak.
 Tijdens de broedtijd vormen deze grote duiven
															monogame paren. Het mannetje bakent eerst zijn
															territorium af, waarna hij roept om een partner
															aan te trekken. Ook voert hij baltsvluchten uit,
															waarbij hij een luid, zweepachtig geluid met
															zijn vleugels maakt terwijl hij steil omhoog
															vliegt. Een paar bouwt een nest van takjes in de
															bomen dat ze een aantal jaren achter elkaar
															blijven gebruiken. Na het uitkomen worden de
															jongen gevoed met een eiwitrijke substantie die
															duivenmelk wordt genoemd en die door beide
															ouders in hun kelen wordt uitgebraakt.
 Door het imposante vermogen van de houtduif om
															zich aan veranderende leefgebieden en klimaten
															aan te passen, heeft het Europese
															verspreidingsgebied van de houtduif zich de
															afgelopen eeuwen uitgebreid tot plekken waar het
															koud, nat en mistig is.
 |