Rubriek :
							Ziekten en
								aandoeningen overzicht
						
						
							Hypoplastisch
									Linkerhartsyndroom (aangeboren) 
								
								Algemeen 
								Bij kinderen met een hypoplastisch linkerhartsyndroom zijn de
								linkerhelft van het hart (met name de linkerkamer, maar ook de
								linkerboezem) en de grote lichaamsslagader (aorta), sterk
								achtergebleven in ontwikkeling. 
								
								Klachten 
								Wanneer de kinderen net geboren zijn, hebben ze opvallend weinig
								verschijnselen. Het is heel gewoon dat de eerste dagen niemand
								in de gaten heeft dat uw kindje een hartafwijking heeft. Voor de
								geboorte is er een verbinding tussen de longslagader en de aorta
								(ductus Botalli). Hierdoor krijgt het lichaam van het kind
								genoeg zuurstof. Een paar dagen na de geboorte sluit de ductus
								gewoonlijk. Wanneer dat gebeurt, krijgt het lichaam onvoldoende
								bloed.
								Dit geeft klachten van bleekheid of blauw zien, moeheid,
								slechter drinken en algemeen 'niet lekker' zijn. 
								
								Omdat de operatie nog niet zo lang bestaat, overleden tien jaar
								geleden alle kinderen met deze hartafwijking. Nu kan er wel wat
								aan de hartafwijking gedaan worden. Tijdens en na de operaties
								kunnen er complicaties ontstaan. Zo bestaat er een re�le kans op
								een hersenbeschadiging omdat de bloedsomloop soms slecht is.
								Daarbij zullen niet alle kinderen de operatie overleven. 
								
								Als de operaties goed verlopen, kunnen op de lange termijn nog
								steeds problemen ontstaan zoals achteruitgang van de
								hartfunctie, bloedstolselvorming en ritmestoornissen. Verder
								zijn en blijven kinderen met het hypoplastisch
								linkerhartsyndroom kwetsbaarder en zullen altijd op moeten
								blijven letten voor infecties. Het is dan ook verstandig om deze
								kinderen jaarlijks de griepprik te geven. 
								
								Wel of niet laten opereren is een moeilijke beslissing die
								binnen een paar weken genomen moet worden. Overleg met de
								kindercardioloog en de kinderhartchirurg kan u helpen bij het
								maken van een zo ingrijpende beslissing.