Ijsbeer
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
ijsbeer is ��n van de grootste landroofdieren
ter wereld. Zijn dikke, waterdichte vacht en de
stevige laag vet houden hem warm en stellen hem
in staat uren in ijskoude poolzee�n te zwemmen.
Zijn vacht isoleert zelfs zo goed dat de
mannetjes snel oververhit kunnen raken als ze
rennen.
Het grootste deel van het jaar brengen ijsberen
door op drijvende ijsschotsen en ze leggen
daarbij - op zoek naar voedsel - dagelijks wel
zo'n veertig kilometer af. In een heel leven zou
dit een gebied van ongeveer 260.000 vierkante
meter beslaan.
Ijsberen zijn topzwemmers en kunnen meer dan
honderd kilometer zwemmen zonder te hoeven
rusten. Om het water uit hun vacht te wringen,
slepen ze zich over het ijs. Ze moeten ervoor
zorgen dat ze goed schoon blijven, omdat een
vieze vacht niet goed warmte kan vasthouden. Op
heel koude dagen maken ijsberen een schuilplaats
en gaan daar opgekruld in liggen. Soms dekken ze
met een poot hun neus af, omdat de poten veel
warmte afgeven. Beren die onderdanig zijn, mogen
soms de schuilplaats delen. Wanneer een beer om
voedsel bedelt bij een andere beer, nadert hij
heel langzaam, draait rondjes om de andere beer
en biedt hem een neusbegroeting aan.
In 1973 ondertekenden Canada, de Verenigde
Staten, Denemarken en Noorwegen een verdrag dat
het jagen op beren beperkt. De populatie omvat
nu zo'n 25.000 beren, maar door het
broeikaseffect blijven ze bedreigd : de periode
waarin ze op zeehonden kunnen jagen, wordt
steeds korter door het smelten van het ijs. Ook
vervuiling door delfstoffenwinning vormt een
bedreiging. Men denkt dat dat de oorzaak is van
het verschijnsel dat sommige vrouwtjesberen
mannelijke voortplantingsorganen beginnen te
ontwikkelen.
De beren paren in het voorjaar, maar door een
bijzonder proces dat vertraagde implantatie
wordt genoemd, ontwikkelt een embryo zich pas
vanaf het einde van de herfst. Als het wijfje
genoeg vetreserves heeft, graaft ze een
schuilplaats voor zichzelf waar ze zal
overwinteren en haar kinderen zal baren. Als ze
niet genoeg reserves heeft, worden embryo's weer
door haar lichaam opgenomen. De jongen, die als
ze geboren worden zo groot zijn als een hamster,
worden minimaal twee jaar door hun moeder
gezoogd.
Met hun feilloze reukzin en hun perfect
gezichtsvermogen onder water, kunnen de ijsberen
heel goed langs de rand van het ijs jagen. Ze
wachten vaak uren naast het luchtgat van een
zeehond. Als die naar boven komt stort de beer
zich op zijn prooi en doodt hij hem met een
enkele beet in de kop, of met een klap van zijn
grote, zware poten. De ijsberen hebben het ijs
nodig om bij de zeehonden te kunnen komen.
Daarom reizen ze honderden kilometers voor
voedsel als de ijsschotsen naar het noorden
drijven.
|