Ijsbeer
De
ijsbeer of Ursus maritimus. Grootte : mannetje
lichaamslengte van neus tot staart 2 tot 2,5 en
zelden drie meter, schouderhoogte : 1 tot 1,2
meter. Gewicht tot ongeveer 550 kg of meer;
vrouwtje dertig tot veertig procent kleiner.
Uiterlijk : een grote witte of roomachtig-gele
beer, met geen andere te verwarren. Kleine
oorschelpen en staart, zwarte ogen, neus en
klauwen. Scherp gebit, vleesetend.
Verspreidingsgebied : kuststreken en ijszee�n
voornamelijk ten noorden van de poolcirkel, met
inbegrip van Noord-Amerika (Beringstraat tot
noordelijk Labrador), Groenland, noordelijk
Ijsland, Spitsbergen en groot gedeelte van de
noordpoolkust van de Sowjet-Unie en de
Noordelijke Ijszee. Trek : 's winters leven de
ijsberen aan de zuidelijke rand van de drijvende
ijsvelden, 's zomers verdelen ze zich
gelijkmatig over het poolgebied. Men kent een
dozijn populaties, die trouw blijven aan hun
gebied.
Ijsberen, typische kustbewoners, leven waar zij
hun voornaamste voedsel, zeehonden, kunnen
vinden. Zij zwerven of alleen of in kleine
familiegroepen; mannetjes en vrouwtjes blijven
alleen vroeg in het voorjaar kort bij elkaar
voor de paring. Drachtige wijfjes overwinteren
aan land of op dicht pakijs voor de kust, waar
ze holen graven in sneeuwbanken. De geboorte van
de twee jongen, zelden ��n of drie, vindt plaats
in december of begin januari. De jongen zijn bij
de geboorte blind, onbehaard, zo groot als een
konijn en wegen minder dan ��n kilogram. Als ze
drie maanden oud zijn, zijn ze dichtbehaard,
wegen tien kilogram en zwerven al met hun moeder
over het pakijs. Gedurende twee jaar, tot ze
onafhankelijk zijn, blijven ze met haar jagen.
Ijsberen zwemmen gemakkelijk; zeehonden en
vogels grijpen ze in het water. Maar zij jagen
toch voornamelijk op het ijs en besluipen dan
slapende zeehonden, graven ze uit hun holen of
scheppen ze op uit het water bij het bovenkomen
om adem te halen. In de zomer fourageren ze op
het land, vooral in de omgeving van de
Hudsonbaai, waar zij zelfs de bossen ingaan. Bij
menselijke nederzettingen wroeten zij in
vuilstortplaatsen en breken zij soms in huizen
en opslagplaatsen in.
De ijsbeer werd tot voor kort beschouwd als een
ernstig bedreigde soort; hij wordt thans evenwel
beschermd krachtens een internationale
overeenkomst. De wereldpopulatie wordt geschat
op 15.000 tot 20.000 exemplaren. Jaarlijks
worden er een paar honderd gedood, voornamelijk
door legale jagers uit de kustbevolking.
|