De
ijsvogel
Er
zijn ongeveer 86 soorten in de ijsvogelfamilie
of de Alcedinidae, die enorm vari�ren in grootte
en in kleur. Orde : Coraciiformes - geslacht :
Alcedo en soort : Alcedo atthis.
Een blauwe pijl duikt in het water, met
klapwiekende vleugels en een flits van
regenboogkleuren. Dit is vaak de enige glimp die
van de ijsvogel is op te vangen, maar het is
onmiskenbaar voor deze vogel. De kleine, schuwe
ijsvogels komen voor bij rivieren en beken
overal in Europa en Azi�, zelfs zo noordelijk
als in Finland. Met hun verrassende turkooizen
en geelbruine veren zijn ze even kleurig als een
tropische kolibrie.
De kleine, snelle en actieve ijsvogel is zeer
territoriaal. Hij verdedigt zijn visgrond fel
tegen rivalen, want hij moet dagelijks bijna
tweederde van zijn lichaamsgewicht aan vis eten.
Wanneer ze hun territorium bevechten, voeren
ijsvogels een ritueel uit terwijl ze op een
afstandje van elkaar zitten. Meestal wordt de
twist zonder strijd beslecht, maar soms haken ze
de snavels ineen en proberen ze elkaar te
verdrinken. Ze vallen elkaar zelfs in de lucht
vaak aan. De ijsvogel heeft een kernmerkende
luide, schrille roep, die klinkt als tsjie. Hij
rust in dichte beschutting bij water, waar hij
na zonsondergang arriveert en voor zonsopgang
vertrekt.
De Euraziatische ijsvogel is ��n van de weinige
ijsvogels die voornamelijk vis eten. Hij geeft
de voorkeur aan ondiep water, zodat hij de vis
makkelijk kan lokaliseren en vangen. Soms, als
de rivieren bevroren zijn, trekt hij naar de
kust, waar hij krabben en slijkspringers uit het
slik oppikt. Een typisch dage vissen wordt
doorgebracht op een overhangende tak, of
fladderend boven het water, dat hij afzoekt naar
vis. Als de ijsvogel een prooi in het oog
krijgt, duikt hij maximaal 25 cm onder water om
de vis in zijn snavel te vangen. Terug op zijn
tak houdt hij zijn vangst bij de staart en slaat
hem tegen een tak om hem te doden, waarna hij
hem doorslikt.
Ijsvogels maken elkaar het hof door in de lucht
om elkaar heen te vliegen tot het mannetje een
vis vangt en die het vrouwtje aanbiedt. Daarna
graaft het paar een iets oplopende tunnel in de
rivieroever, waarbij ze om beurten de aarde met
hun snavels bewerken. Deze tunnels kunnen tot
��n meter lang zijn en eindigen in een nestkamer
waar de witte eieren worden gelegd. Het vrouwtje
begint met het broeden, maar uiteindelijk neemt
het mannetje het over.
Ijsvogels werden vroeger bejaagd om hun fraaie
veren, maar worden nu vaak doodgeschoten,
vergiftigd of gestrikt omdat ze volgens sommigen
de visvoorraden van hengelaars aantasten. De
verwoesting van hun leefgebied vormt ook een
bedreiging.
|