Rubriek :
Historische figuren
Isidorus van Sevilla
Isidorus van Sevilla
(Cartagena? ca. 560 - Sevilla 4 april 636), Spaans geleerde en
schrijver, metropoliet van Sevilla, wel de laatste van de
westerse kerkvaders genoemd, stamde uit een voornaam,
geromaniseerd geslacht te Cartagena, dat, na verjaagd te zijn
door de Byzantijnse overheid, zich vestigde in het Visigotische
Sevilla. Hij werd hier seculier geestelijke en ca. 600
aartsbisschop als opvolger van zijn broer Leander. Hij schreef
vele werken ten behoeve van de vorming van de clerus, o.a. de
Sententiae, zijn theologische hoofdwerk, dat sterk afhankelijk
is van de Moralia van Gregorius de Grote; De ecclesiasticis
officiis, over de plichten van de verschillende rangen in de
kerk, van de aartsbisschop tot de gewone gelovigen; De
haeresibus, een geschiedenis van de ketterijen; een ascetische 'consolatio'
(in zijn twee boeken Synonyma); De viris illustribus, een
geschiedenis van de kerkelijke literatuur (later voortgezet door
Ildefonsus van Toledo) en De natura rerum, dat handelt over
astronomie, kosmografie en meteorologie.
Zijn Historia Gothorum is een oorspronkelijk werk dat in
kroniekvorm de geschiedenis van de Visigoten behandelt tot 625;
het werk begint met een lofzang op Spanje (Laus Spaniae).
Isidorus heeft zelf een werkzaam aandeel gehad in de verzoening
en samensmelting van de oude geromaniseerde bevolking met de
Visigoten in een landeigen Spaanse Kerk. Voorts schreef hij een
veelgebruikte wereldkroniek, de Chronica majora (615), en een
samenvatting daarvan, de Chronica minora (627).
Zijn grote roem heeft Isidorus echter vooral te danken aan zijn
uitgebreide encyclopedie van het theologische en profane weten
van zijn tijd, getiteld Etymologiae of Origines (20 boeken,
uitgegeven door zijn vriend bisschop Braulio van Zaragoza). In
deze encyclopedie heeft hij, voortbouwend op Bo�thius en vooral
op Cassiodorus, zeer veel uit de antieke geschriften en die van
de christelijke vaders voor het nageslacht bewaard. Isidorus'
oeuvre is in de vroege middeleeuwen dan ook mede het
uitgangspunt geworden voor het ontwaken van een eigen
middeleeuwse wijsbegeerte en wetenschap. Feestdag 4 april.