Rubriek :
Historische figuren
Jacob Jordaens
Jordaens, Jacob
(Antwerpen 20 mei 1593 - aldaar 18 okt. 1678), Zuid-Nederlands
schilder, zoon van de lijnwaadverkoper Jacob Jordaens en Barbara
Wolschaten, werd in 1607 leerling bij Adam van Noort. In 1615
werd hij vrijmeester in het St.-Lucasgilde van zijn
geboortestad. Hij is de belangrijkste Zuid-Nederlandse
historieschilder naast en na Peter Paul Rubens en Antoon Van
Dyck. Van zijn werk van v��r 1619 zijn slechts enkele dateringen
bekend: een H. Familie met herders (1616; verz. A. de Groot, New
York), De dochters van Cecrops (1617; Kon. Mus. voor Schone
Kunsten, Antwerpen) en H. Familie met herders (1618;
Nationalmuseum, Stockholm). Rond deze stukken heeft men een
aantal werken kunnen situeren dat met de genoemde een
mani�ristische inslag gemeen heeft, maar toch reeds ten dele
door het vroege Antwerpse oeuvre van Rubens en daardoor door het
caravaggisme werd be�nvloed.
Tussen 1619 en 1927 cre�erde Jordaens zijn specifieke stijl: een
weldoordachte, beheerste opbouw van de compositie en een
virtuoos spel van schitterende lokaalkleuren. In de solide,
sterk plastisch geconcipieerde figuren werd het inspirerende
voorbeeld van Rubens herschapen in Jordaens' meer aardsgebonden
trant. Vanaf 1628 overstelpten offici�le opdrachten en
bestellingen de kunstenaar, wiens atelier steeds drukker door
leerlingen werd bezocht. Belangrijke opdrachten voor
altaarstukken waren o.a. De aanbidding der Wijzen voor de St.-Niklaaskerk
te Diksmuide (1644; verloren gegaan), Jezus onder de
schriftgeleerden voor de St.-Walburgakerk te Veurne (Gem�ldegal.,
Mainz). Bestellingen van profane aard waren o.a. enkele doeken
voor de decoraties van de Blijde Intrede van de kardinaal-infant
in Antwerpen (1635) en de Torre de la Parada van Filips IV te
Madrid (1637-1638), grote allegorische en mythologische cycli,
in Antwerpen onder Rubens' leiding door een grote schilderschaar
afgewerkt. Uit deze jaren dateert ook Jordaens' grootste faam
als ontwerper van kartons voor tapijten. Beroemd is o.m. de
reeks Spreekwoorden. Ook het buitenland begon belangstelling te
tonen: in 1639 werd onderhandeld over een opdracht van de
Engelse koningin; in 1648 contracteerde Christina van Zweden
Jordaens; in 1649 was hij een van de schilders die werden
gekozen voor het versieren van het Huis ten Bosch te
's-Gravenhage; in 1661 voerde hij een Claudius Civilis uit voor
het stadhuis van Amsterdam (thans koninklijk paleis).
De sterk door Veronese be�nvloede late stijl van Jordaens ging
steeds meer tekenen van verval vertonen: haastige, soms slordige
afwerking, een steeds meer naar het grauwachtige neigend palet
en een vaak weinig overzichtelijke compositieopbouw. De
medewerking van leerlingen zal daaraan niet geheel vreemd zijn
geweest. In sommige latere werken met moraliserende inslag heeft
Jordaens wellicht zijn calvinistische geloofsovertuiging
blootgegeven. Honderden vaak zeer fraaie tekeningen van Jordaens
bleven bewaard.