W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Historische figuren

Jacoba van Beieren

Jacoba van Beieren (Le Quesnoy 25 juli 1401 - Tijlingen 8 okt. 1436), hertogin in Beieren, gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen, was het enige kind van graaf Willem VI van Henegouwen, Holland en Zeeland en van Margaretha van Bourgondi� en een nicht van Jan IV van Brabant en van Filips de Goede. In 1406 werd zij uitgehuwelijkt aan Jan, hertog van Touraine en later van Berry (zoon van de Franse koning Karel VI), die in 1415 dauphin werd, maar in 1417 overleed.
In dit jaar stierf ook haar vader, zodat de zestienjarige weduwe geconfronteerd werd met het probleem van haar opvolging in Henegouwen, Holland en Zeeland. In eerstgenoemd graafschap werd Jacoba als gravin erkend, maar in Holland en Zeeland stootte ze op de mededinging van haar oom, Jan van Beieren, elect van Luik, aan wie de Duitse koning Sigismund Holland-Zeeland-Henegouwen als leen beloofd had. In 1418 huwde Jacoba, zonder pauselijke dispensatie, haar neef Jan IV van Brabant te Den Haag. Sigismund beleende Jan van Beieren met Jacoba's graafschappen en in 1418 bestreden Jan en Jacoba elkaar openlijk. In 1419 zorgde Filips de Goede voor een vergelijk. Jacoba verloor Holland en Zeeland toen haar echtgenoot in 1420 bij het Verdrag van Sint-Maartensdijk deze graafschappen voor twaalf jaar aan Jan van Beieren in pand gaf. Hierop verliet ze haar echtgenoot, verklaarde weldra haar huwelijk ongeldig en week in 1421 uit naar Engeland, waar ze in 1422 huwde met Humphrey van Gloucester, broer van koning Hendrik V. In nov. 1424 vielen Gloucester en Jacoba met een Engels leger Henegouwen binnen, maar slaagden er niet in dit graafschap te veroveren. In april 1425 keerde Gloucester naar Engeland terug, terwijl Jacoba zich te Bergen aan Filips de Goede overgaf. Jacoba, in Gent gevangen gezet, ontsnapte en begon met Filips de Goede een ongelijke strijd om Holland en Zeeland. Toen begin 1428 te Rome beslist werd dat haar huwelijk met de ondertussen reeds overleden Jan IV van Brabant wettig en geldig was, gaf ze de strijd op en sloot ze met Filips de Goede op 3 juli 1428 het Zoenverdrag van Delft. Jacoba bleef in naam gravin en behield een zekere medezeggenschap in het bestuur van Holland en Zeeland, maar erkende haar neef Filips de Goede als ruwaard en erfgenaam. Het verdrag bepaalde ook dat Jacoba geen nieuw huwelijk mocht aangaan zonder toestemming van Filips de Goede, maar in 1432 overtrad ze deze bepaling door in het geheim te huwen met Frank van Borselen, een van de gouverneurs van Holland en Zeeland. Hierop dwong Filips de Goede haar bij verdrag van 12 april 1433 haar graafschappen volledig af te staan. Als hertogin en gravin van Oostervant bracht zij de laatste jaren van haar leven door op het slot Tijlingen of op haar Zeeuwse bezittingen.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer