Rubriek :
Historische figuren
Jacobus II van Engeland
(Londen 14 okt. 1633
- St.-Germain-en-Laye 16 dec. 1701), koning van Engeland en (als
Jacobus VII) van Schotland van 1685 tot 1688, uit het Huis
Stuart, was de tweede zoon van Karel I. In jan. 1643 ontving hij
de titel hertog van York. Tijdens de burgeroorlog werd Jacobus
door het parlement gevangengenomen, maar hij ontsnapte in 1648
naar Holland. In 1649 ging hij naar Frankrijk. In 1652 diende
hij onder Turenne en in het Spaanse leger. Bij de restauratie
van de Stuarts in 1660 werd hij 'Lord High Admiral' van
Engeland. Hij betoonde zich in de strijd tegen de Hollanders een
bekwaam vlootvoogd (vooral als organisator en administrateur, al
streed hij ook ter zee: Zeeslag bij Lowestoft, Slag bij Solebay).
Onder invloed van zijn vrouw, Anna Hyde, die hij in 1660 gehuwd
had, ging hij tot het katholicisme over, zodat hij na de
afkondiging van de Test Act (1673) al zijn ambten moest
neerleggen. In 1673 huwde hij de katholieke Maria d'Este,
prinses van Modena. De publieke opinie in Engeland werd hem
steeds slechter gezind en ten tijde van de popish plot (1678)
moest hij vluchten. Hij kon spoedig terugkeren en werd in 1680
koninklijk stadhouder in Schotland, waar hij zeer streng tegen
de protestanten optrad. Jacobus was van rechtswege
troonopvolger, maar na 1680 brak een hevige strijd om zijn
erkenning uit tussen koning en parlement en Whigs en Tories. De
gebeurtenissen ontwikkelden zich ten gunste van Jacobus, en in
1685 aanvaardde hij de regering. Opstanden van Argyll en
Monmouth werden onderdrukt. De oppositie nam echter snel toe,
daar Jacobus de Test Act overtrad door katholieken in
belangrijke militaire en rechterlijke functies te benoemen. De
oppositie bereikte haar hoogtepunt toen Jacobus de anglicaanse
geestelijken wilde dwingen het zgn. Tolerantie-edict ten gunste
van de katholieken van de kansel voor te lezen en er bovendien
een mannelijke troonopvolger geboren werd (10 juni 1688).
Jacobus' tegenstanders meenden dat de kroonprins een
ondergeschoven kind was. In ieder geval was het voor hen een
grote teleurstelling dat Jacobus' dochters, beiden met
protestantse vorsten gehuwd, nu van de opvolging uitgesloten
waren. De leiders van de Whigs nodigden Willem III van Oranje,
Jacobus' schoonzoon, uit de regering over te nemen. Willem kwam
naar Engeland, waarna Jacobus spoedig de tegenstand moest
opgeven. Op 23 dec. 1688 vluchtte hij met zijn gezin naar
Frankrijk. Hij onderhield sindsdien steeds betrekkingen met zijn
aanhangers in Engeland (zie jacobieten). In maart 1689 ging hij
met Franse hulp tot een landing in Ierland over, maar de
nederlaag bij de Boyne (1690) dreef hem voorgoed naar Frankrijk
terug.