Rubriek :
Historische figuren
Jacques Offenbach
Offenbach, Jacques,
eigenlijk: Jakob Eberst (Keulen 20 juni 1819 - Parijs 5 okt.
1880), Duits, sinds 1860 Frans, componist, zoon van een joodse
cantor, leerde cello en viool spelen en ging in 1833 naar
Parijs, waar hij werd toegelaten aan het conservatorium, dat hij
echter om financi�le redenen reeds na een jaar moest verlaten.
Tot 1838 speelde hij in het orkest van de Op�ra Comique. In de
jaren veertig maakte hij carri�re als cellovirtuoos. In 1841
trad hij op met Anton Rubinstein (Parijs) en in 1843 met Franz
Liszt (Keulen). In 1850 werd hij kapelmeester aan het Th��tre
Fran�ais. Tijdens de Wereldtentoonstelling in 1855 opende hij
aan de Champs Elys�es een eigen theater, Bouffes-Parisiens.
Hiervoor componeerde hij talrijke operettes en operetteachtige
werken, waarin hij de opera, de mythologie, Wagner, het Parijse
leven, het militarisme en de romantiek parodieerde. Hij
pousseerde dit nieuwe theatergenre met succes, o.a. door in 1856
een compositiewedstrijd uit te schrijven (gewonnen door Bizet en
Lecocq). De Bouffes-Parisiens gasteerden in Groot-Brittanni�,
maar financi�le moeilijkheden dwongen Offenbach de wijk te
nemen, eerst naar Brussel, daarna naar Ems. Hier begon hij met
het componeren van de operette Orph�e aux enfers (1858; hierin
de bekende cancan), waarvan de opvoering in Parijs de bloeitijd
van de Franse operette inluidde (La belle H�l�ne, 1864; La vie
parisienne, 1866; La Grande-Duchesse de G�rolstein, 1867). De
oorlog van 1870 en de val van het tweede keizerrijk betekenden
het einde van Offenbachs grote tijd. Omdat hij zijn librettisten
Hal�vy en Meilhac niet meer voor samenwerking kon winnen, bouwde
hij Orph�e aux enfers en La belle H�l�ne om tot grote fee�rie�n,
in welke onderneming hij zijn gehele vermogen verloor. Van aug.
1876 tot juli 1877 verbleef hij in de Verenigde Staten en
dirigeerde daar met groot succes zijn muziek op
massabijeenkomsten. De laatste jaren van zijn leven werkte
Offenbach aan de opera die zijn meesterwerk zou worden: Les
contes d'Hoffmann (zie Hoffmanns Erz�hlungen), ge�nstrumenteerd
door Ernest Guiraud (1881).
Offenbach is de grootmeester van de Franse operette en heeft op
de ontwikkeling van het genre grote invloed gehad. De kracht van
zijn originele muzikaal-dramatische kunst, die aanknoopt bij
Auber, Meyerbeer en Donizetti, ligt in de melodische
inventiviteit en de vitaliteit. Sinds de jaren dertig van de
20ste eeuw zijn zijn belangrijkste werken internationale
repertoirestukken geworden. Met name de Oostenrijkse schrijver
Karl Kraus heeft bijgedragen tot deze Offenbach-renaissance.