Rubriek :
Historische figuren
James Ensor
Ensor, James (sedert
1929) baron (Oostende 13 april 1860 - aldaar 19 nov. 1949),
Belgisch schilder, tekenaar en etser en een belangrijk
vertegenwoordiger van het symbolisme. Als zoon van een Britse
vader en een Belgische moeder groeide hij op in een kleinsteeds
milieu; zijn grootmoeder had een souvenirwinkeltje, wat hem
inspireerde bij zijn stillevens en maskers. Hij studeerde van
1877 tot 1880 te Brussel bij Jan Frans Portaels. Er is echter
geen spoor van enig schools onderwijs in zijn vroegste stukken
als het Zelfportret (1879, part. bezit, Gent) en het meesterwerk
De lampenjongen (1880, Kon. Mus. voor Schone Kunsten van Belgi�,
Brussel). Ensor had twee ateliers met verschillende lichtinval;
dit is goed te merken in bijv. Russische muziek (1881; Kon. Mus.
voor Schone Kunsten van Belgi�, Brussel), van ��n kant belicht,
en in de Oestereetster (1882; Kon. Mus. voor Schone Kunsten,
Antwerpen), waar elke schaduw ontbreekt. Tot 1886 schilderde hij
voornamelijk portretten en interieurs in een donker coloriet,
waarin de objecten dikwijls slechts zwak belicht zijn; in dat
jaar vond de vrij abrupte overgang plaats naar een schilderwijze
met een krachtig en helder coloriet, met soms prachtige zachte
tinten en een meer impressionistische techniek. Zijn kleurgevoel
bracht hem tot het stilleven, waartoe ook zijn maskers gerekend
kunnen worden. Hiermee wist hij een vreemd, angstwekkend effect
te bereiken, dat reminiscenties oproept aan Jeroen Bosch, zoals
in Zelfportret met maskers (1899, part. bezit, Antwerpen) en
Geraamten in het atelier (1900, part. bezit, Brussel). Het
macabere is in zijn werk steeds aanwezig: irrealiteiten, een
ongebreidelde fantasie met bizarre gestalten. In deze sfeer
stelt hij de mens voor in zijn tragisch conflict met de
chaotische wereld. In zijn grootste werk, De intocht van
Christus in Brussel (1888, Kon. Mus. voor Schone Kunsten,
Antwerpen), met zijn ontelbare tronies, heeft hij heel de
samenleving van zijn tijd aan de kaak gesteld. In veel van zijn
werk vinden we dat sarcasme tegenover de bourgeoisie terug. Een
groot deel van zijn werk werd door het Oostendse carnaval
ge�nspireerd; zo ontstonden de Pierrots, de Colombines, de
bontgeklede acteurs, die zich soms in schemerachtige bosjes en
liefdestuinen bewegen. De zee is een hoofdbestanddeel van Ensors
kunst. Zij is overal aanwezig in zijn marines, zijn duin- en
strandgezichten, maar ook in zijn visionaire stukken.
Ensor was tevens portrettist, karikaturist en een meesterlijk
tekenaar en etser. Beroemde prenten zijn o.a. De kathedraal
(1886, Kon. Bibl. van Belgi�, Brussel), De Slag der Gulden
Sporen (1891, Kon. Mus. voor Schone Kunsten van Belgi�,
Brussel). Hij was tevens musicus, componeerde een ballet, Gamme
d'amour (ca. 1920), en was een berucht polemist. Lange tijd
miskend, exposeerde hij slechts in avant-gardekringen als
L'�ssor en Les XX. Met de jaren steeg zijn roem en hij werd in
de adelstand verheven. Ensor beweerde geen invloeden te hebben
ondergaan, maar zijn oeuvre is, zuiver schilderkundig gezien,
gegroeid uit het impressionisme en het werk van Turner. Hij
schiep zijn beste werken tussen 1879 en 1893. Zijn latere werk
is - enkele uitzonderingen daargelaten - slechts herhaling en
variatie. Hij heeft directe invloed uitgeoefend op de
surrealisten en op expressionisten als Emil Nolde. Een bundeling
van zijn geschriften (Mes �crits, 1921) werd herhaaldelijk
herdrukt.