| 
												 
													
														De
															jan-van-gent
													
													 
															 
														
														
															 Orde
															: Pelicaniformes - familie : Sulidae - geslacht
															: Sula en soort : Sula bassana. De gewone
															Jan-van-gent behoort tot deze familie van
															jan-van-gents en rotspelikanen. Deze bestaat nog
															uit twee andere soorten jan-van-gents : de
															Kaapse gent en de Australische gent, en uit zes
															soorten rotspelikanen. 
															Jan-van-gents nestelen in grote kolonies op
															steile kliffen. Het zijn typische zeevogels die
															veel van hun tijd boven de Atlantische Oceaan
															doorbrengen. Hoewel hij een deel van het jaar
															solitair leeft, is de jan-van-gent een
															buitengewoon sociale vogel. Tijdens zijn
															broedperiode van vijf maanden heeft hij een
															intens sociaal leven, inclusief rituelen om een
															partner te lokken en zijn territorium af te
															bakenen. 
															Gewone jan-van-gents zijn in staat lange
															periodes te overbruggen zonder voet aan wal te
															zetten en brengen zelfs de nacht door op zee.
															Het zijn sterke vliegers en goede zwemmers en
															duikers. Hun grote voeten met zwemvliezen helpen
															hen zich voort te stuwen door het water.
															Daarnaast kunnen ze ze prima om broedeieren en
															kuikens heenvouwen om ze warm te houden. De
															meeste volwassen dieren die in het oostelijke
															deel van de Atlantische Oceaan broeden, trekken
															in de winter naar het Middellandse-Zeegebied. De
															vogels die in het westelijke deel broeden,
															migreren naar de Golf van Mexico. Jonge vogels
															verspreiden zich en trekken nog zuidelijker in
															de richting van de evenaar, waar ze verscheidene
															seizoenen kunnen blijven. 
															Het is een spectaculair schouwspel een gewone
															jan-van-gent te zien duiken. Hij stort zich
															loodrecht naar beneden met zijn vleugels in een
															V-vorm. Vlak voor hij het wateroppervlak raakt,
															trekt hij zijn vleugels strak tegen zijn lijf.
															Dan schiet hij het water in om vis te vangen.
															Deze zware vogel kan tot tien meter onderwater
															duiken en als hij zijn vleugels en zwemvliezen
															gebruikt, zelfs nog dieper. Hij is in staat
															vissen te vangen die onbereikbaar zijn voor
															andere zeevogels. Zijn blik is binoculair en
															helpt hem scholen vissen te ontdekken en
															nauwkeurige duikvluchten te maken. Ook eet hij
															visresten, achtergelaten door sleepboten. 
															Op het land is de jan-van-gent een plompe
															verschijning, maar hij is uitstekend uitgerust
															voor een leven op zee. De borstkas van de vogel
															is voorzien van opblaasbare luchtzakken die de
															klap helpen opvangen als hij het water raakt bij
															een duikvlucht vanaf grote hoogte. Het onderhoud
															van het verenkleed vormt een belangrijke taak.
															De jan-van-gent strijkt ze glad en vet ze in om
															ze waterafstotend te houden. 
															Elk jaar van maart tot april vormen
															jan-van-gents paren, of hernieuwen ze hun
															partnerschap, op lawaaiige nestplaatsen. De
															vrouwtjes leggen ��n ei, dat door beide partners
															in 44 dagen wordt uitgebroed. Tegen het einde
															van de zomer heeft de jonge jan-van-gent al zijn
															veren en migreert hij naar warmere wateren.
														
													
											  |