Rubriek :
Historische figuren
Jan zonder land
(Eng.: John Lackland)
(Oxford 24 dec. 1167 - Newark 18/19 okt. 1216), koning van
Engeland van 1199 tot 1216, uit het Huis Plantagenet, was de
jongste zoon van Hendrik II. In tegenstelling tot zijn oudere
broers werd hem geen apanage uit de bezittingen op het vasteland
gegeven, wat hem zijn bijnaam heeft bezorgd. Wel ontving hij
later aan beide zijden van Het Kanaal tal van domeinen. In 1185
voerde hij in Ierland enkele maanden persoonlijk het bestuur,
met zeer gering succes. Door Richard Leeuwenhart op diens
sterfbed als opvolger aangewezen, werd Jan zonder moeite in
Engeland erkend. Ook Normandi� maakte geen tegenwerpingen. In de
overige continentale gebieden trad echter als tegenpretendent op
Arthur van Bretagne, zoon van Geoffrey, derde zoon van Hendrik
II, die een oorlog ontketende. Bij de Vrede van Goulet (22 mei
1200) diende Jan zich evenwel slechts enkele territoriale
opofferingen te getroosten. Deze betekende echter slechts een
korte wapenstilstand. Jan werd wegens een huwelijkskwestie
gedaagd voor het koninklijk hof van Frankrijk en, op zijn
weigering, van zijn Franse lenen vervallen verklaard (28 april
1202).
Samen met Arthur van Bretagne heropende Filips II August de
vijandelijkheden. Arthur viel in augustus in handen van Jan, die
hem in april 1203 te Rouen worgde. Van heel het continentale
rijk bleven na het verlies van Normandi� in 1204 enkel nog
Aquitani� en enkele delen van Poitou over. Op 13 okt. 1206 werd
een bestand van twee jaar gesloten. Inmiddels raakte Jan, naar
aanleiding van de verkiezing van de aartsbisschop van Canterbury,
Stephen Langton, in zulke moeilijkheden met de Engelse Kerk, dat
paus Innocentius III in maart 1208 Engeland onder interdict
plaatste. In 1209 werd Jan in de ban gedaan en in jan. 1213 van
de troon vervallen verklaard. Filips II August werd met de
uitvoering van het vonnis belast. Op 15 mei 1213 verklaarde de
Engelse koning zich echter vazal van de Heilige Stoel en maakte
zodoende paus Innocentius III van vijand tot bondgenoot. Filips
II August moest niet alleen afzien van de voorgenomen invasie,
maar werd nu op zijn beurt bedreigd met een inval van de Engelse
koning, bij wie zich de Duitse koning Otto IV en Ferrand van
Portugal, graaf van Vlaanderen, hadden gevoegd.
De Franse kroonprins Lodewijk versloeg op 2 juli 1214 Jan te La
Roche-aux-Moines (bij Angers), terwijl zijn vader op 27 juli bij
Bouvines Otto IV en Ferrand verpletterde. Op 18 sept. 1214 werd
te Chinon een nieuwe wapenstilstand gesloten. In Engeland zelf
ondermijnden deze nederlagen de positie van de koning.
Geestelijkheid, adel en stedelijke burgerij kwamen in opstand en
dwongen de koning op 15 juni 1215, te Runnymede bij Windsor, de
beroemde Magna Charta af. Innocentius III poogde nog zijn vazal
te helpen, verklaarde de Magna Charta zonder waarde (24 aug.
1215) en excommuniceerde de rebellen. Dezen droegen de Engelse
kroon op aan de Franse kroonprins Lodewijk (okt. 1215), die Het
Kanaal overstak en Londen binnentrok (2 juni 1216). Jan trok
zich terug naar het noorden, waarna hij spoedig overleed.
Jan zonder Land wordt vaak afgeschilderd als een cynische
intrigant; hij moet echter veeleer worden beschouwd als een
psychisch onevenwichtige figuur. Moderne historici leggen nadruk
op zijn belangstelling voor de rechtspraak als een positief
aspect van zijn regering.