Rubriek :
Historische figuren
Jean-Baptiste Colbert
Colbert,
Jean-Baptiste (Reims 29 aug. 1619 - Parijs 5 sept. 1683), Frans
staatsman, zoon van een lakenkoper, was eerst in de handel
werkzaam. Reeds spoedig ging hij over in staatsdienst en trok de
aandacht van Mazarin. Zijn scherpe kritiek op het slordige en
corrupte beheer van de staatsfinanci�n door Nicolas Fouquet, op
wiens functie hij aasde, droeg in sterke mate bij tot diens val.
In 1661 werd Colbert aangesteld tot intendant der financi�n (in
1665 werd de titel 'controleur g�n�ral des finances'), in
1668/1669 tevens tot staatssecretaris van marine en het
koninklijk hof. Hij deed zich in deze functies kennen als een
systematisch hervormer, die zich met al zijn energie inzette
voor een structurele verbetering van de Franse financi�n,
economie, marine, wetenschap en cultuur, met als doel de
staatsmacht te versterken.
Zijn eerste zorg gold de hervorming van de belastingheffing. Dit
geschiedde door het uitroeien van misbruiken, het unificeren van
het belastingstelsel, het herverdelen van de belastingdruk en
het verbeteren van de belastinginning. Het resultaat was een
aanzienlijke vergroting van de opbrengst.
De versterking van het staatsgezag en de vermeerdering van de
inkomsten stonden ook centraal bij zijn hervorming van de
economie. Nationale rijkdom viel slechts te verwerven door een
gunstige handelsbalans, dwz. door te zorgen voor een grotere
uitvoer dan invoer van goederen. Om dit doel te bereiken
stimuleerde hij de industrie en handel door het oprichten van
staatsbedrijven, het bevorderen van het particuliere
bedrijfsleven, het controleren en reguleren van de productie,
het opbouwen van een handelsvloot, het stichten van
handelscompagnie�n, het verbeteren van de verbindingen te land
en te water en het slechten van tolmuren. Tegelijk versterkte
hij de internationale concurrentiepositie door de uitvoer te
stimuleren, de invoer aan banden te leggen met behulp van hoge
tariefmuren (de grondstoffen waren hiervan uitgezonderd), de
uitvoer van graan te verbieden ten behoeve van lage
voedselprijzen en de koloni�n te ontwikkelen. Deze vorm van een
geleide economie, die als stedelijk verschijnsel al vele eeuwen
bestond, doch op staatsniveau in Europa van recente datum was,
staat bekend als het mercantilisme en wordt in de Franse vorm
ook wel als colbertisme aangeduid. Als gevolg van de voor
statisch gehouden internationale handel, waarin vergroting van
het eigen deel alleen ten koste van andere staten tot stand kon
komen, en als gevolg van de nauwe band tussen staat en economie,
ging dit mercantilisme gepaard met een constante koude-
oorlogssfeer, die zich maar al te gemakkelijk kon ontladen.
Colberts politiek was er primair op gericht de kunstmatige
economische hegemonie van Holland te ondermijnen (o.a. de Leidse
lakenindustrie had het zwaar te verduren) en dat leidde tot
hevige internationale spanningen, die bijdroegen tot de oorlog,
de zgn. Guerre de Hollande, van 1672.
Colbert wist het staatsgezag verder te versterken door het
scheppen van een belangrijke zeemacht. Door zijn toedoen werd
een krachtige oorlogsvloot opgebouwd, een aantal havens
versterkt, een nieuw rekruteringssysteem ingevoerd en de
koopvaardijvloot aangemoedigd. De verhoging van het Franse
prestige lag ten slotte eveneens ten grondslag aan zijn
inspanningen de wetenschap, het onderwijs en de kunst op een
hoger peil te brengen.
Ondanks alles wat hij bereikt had, was Colbert op het eind van
zijn leven een teleurgesteld man. De betrekkelijk geringe
staatsmacht, de kracht van de gevestigde belangen en de
loodzware druk van de traditie hadden zijn pogingen tot
hervorming gedeeltelijk illusoir gemaakt, terwijl Frankrijk in
deze jaren bovendien in een diepe economische depressie
verkeerde. Achteraf beschouwd is het eigenlijk verbazingwekkend
wat hij ondanks de hevige oppositie en de wijdverspreide
onge�nteresseerdheid toch nog tot stand wist te brengen, al had
een gedeelte hiervan een kunstmatig karakter en weinig
levensvatbaarheid. Colberts teleurstelling kwam echter vooral
voort uit de oorlogszuchtige politiek van Lodewijk XIV, die alle
staatsinkomsten opslokte en veel van de door hem beoogde
hervormingen onmogelijk maakte.