Rubriek :
Kruiden en specerijen -
overzicht
Jeneverbes
Juniperus
communis.
Afhankelijk van de groeiplaats komt de jeneverbes als struik,
heester of als boom voor. De naaldvormige bladeren zijn
aanvankelijk lichtgroen, maar worden later donkerder; ze worden
acht tot tien cm lang. De bloemen zijn tweehuizig. De
vrouwelijke bloeiwijzen bestaan uit drie recht overeind staande
naast elkaar liggende zaadknoppen, die van onderen door drie
draag- en dekschubben worden gesteund. Het bovenste deel van dit
kegeltje wordt vlezig en verandert in een bes die als regel in
het eerste jaar groen en eivormig en in het tweede jaar diep
paarsbruin tot zwartbruin is. De bessen worden in de herfst van
het tweede jaar rijp. In oktober worden de rijpe, niet
verschrompelde of bruin geworden bessen ingezameld. Ze mogen
nooit in de zon worden gedroogd en kunstmatige warmte is
eveneens uit den boze. Tochtige zolders vormen een uitstekende
droogruimte. De gedroogde bessen kunnen het best in glazen
potten met een glazen deksel worden bewaard. Jeneverbessen zijn
bijvoorbeeld onmisbaar bij wild. Ze worden gebruikt bij de
bereiding van vismarinades, vet vlees en natuurlijk bij
zuurkool. Bij de vervaardiging van dranken als jenever en gin
spelen jeneverbessen een grote rol. Gemalen jeneverbessen vormen
een onderdeel van verschillende kruidenmengsels.