Rubriek :
Historische figuren
Johan de Braziliaan
(Dillenburg 17 juni
1604 - Bergendaal, Kleef, 20 dec. 1679), graaf van Nassau-Siegen,
was de zoon van Johan de Middelste en een kleinzoon van Jan de
Oude. Hij kwam in 1621 in het leger van prins Maurits. Vooral
onder Frederik Hendrik muntte hij uit als officier, en op diens
voorspraak benoemde het bestuur van de West-Indische Compagnie
hem tot kapitein-generaal in Brazili� (1636). Hier nam hij met
kracht de strijd tegen de Portugezen op, vooral in de buurt van
het Recief, waar hij een nieuwe stad, Mauritsstad, met een groot
paleis liet bouwen. Hij regeerde krachtig en liet het land
wetenschappelijk onderzoeken. Met Portugal werd in 1642 vrede
gesloten. Daar men in Nederland zijn beleid te duur vond, werd
hij in 1644 teruggeroepen. In 1647 werd hij door de keurvorst
van Brandenburg benoemd tot stadhouder van Mark, Kleef en Minden
en vestigde hij zich te Kleef. Intussen bleef hij belangstelling
tonen voor de Republiek. In 1665 werd hij belast met het bevel
over de Staatse troepen tegen Munster. Bij de dreigende oorlog
met Frankrijk (1668) werd hij weer veldmaarschalk en was
vervolgens in 1672 de voornaamste raadgever van Willem III. Hij
was toen belast met de verdediging van het noordelijk stuk van
de Hollandse waterlinie. In 1673 co�rdineerde hij de verdediging
van Friesland en Groningen, maar hij vroeg ontslag wegens zijn
gevorderde leeftijd (hoewel hij zich in 1674 nog onderscheidde
in de Slag van S�neffe). Op zijn wens werd hij even buiten Kleef
in een thans nog bestaande parkaanleg begraven. Van zijn grote
belangstelling voor kunst en wetenschap getuigen niet alleen het
Mauritshuis ('s-Gravenhage), zijn slot Prinsenhof in Kleef (1945
verwoest) en het Johanniterslot in Sonnenburg (Polen), maar ook
zijn prachtige verzamelingen en zijn vele portretten. Johan
Maurits was grootmeester van de Johanniterorde.