Rubriek :
Historische figuren
Johan de jongere
(Dillenburg 29 sept.
1583 - Roubaix 27 juli 1638), graaf van Nassau-Siegen,
legeraanvoerder, zoon van Johan VII en Magdalena van Waldeck,
kleinzoon van Jan van Nassau, ontving theologische vorming van
Beza te Gen�ve, werd voor het krijgswezen opgeleid in het leger
van zijn vaders neef Maurits van Nassau, nam vervolgens in
Savoyse dienst deel aan operaties in Itali�, zat korte tijd te
Napels gevangen, trad daarna in keizerlijke dienst en werd in
1612 katholiek. In een uitvoerig vertoog zette hij zijn vader de
godsdienstige gronden van zijn stap uiteen; de naaste verwanten
bleven echter geloven dat de zucht om carri�re te maken hem
ertoe had aangezet. Hij zocht en vond de gunst van de
aartshertogen Albrecht en Isabella, volgde Filips Willem (gest.
1618) op als bewoner van het Nassau-paleis te Brussel, trouwde
13 aug. 1613 Ernestine, prinses van Ligne, ging na afloop van
het Twaalfjarig Bestand in Spaanse dienst over en nam van 1621
tot zijn dood bijna zonder onderbreking deel aan de
krijgsverrichtingen tegen de Verenigde Nederlanden en (sinds
1635) tegen Frankrijk. Hij kwam daarbij herhaaldelijk te staan
tegenover zijn jongere broer Willem, veldmaarschalk onder
Frederik Hendrik. Ofschoon hem militaire talenten worden
toegeschreven, behaalde hij geen successen: zijn krijgstocht van
1629 op de Veluwe, bedoeld om Frederik Hendrik te nopen het
beleg van 's-Hertogenbosch op te breken, mislukte, evenals zijn
poging om in het najaar van 1621 met een Spaanse vloot Zeeland
te verrassen. In 1636 verloor hij van zijn broer Willem de
strijd om Schenkenschans. Hij sneuvelde tegen Frankrijk.