Rubriek :
Kruiden en specerijen -
overzicht
Johannes broodboom
Ceratona
siluqua.
De johannesbroodboom is in het Midden-Oosten inheems. Het gaat
hier om een altijdgroene boom waarvan de bruine peulen
suikerhoudend zijn. De johannesbroodboom wordt hoofdzakelijk in
het Middellandse-Zeegebied aangeplant. Uit het vruchtvlees van
de peulen wordt een aroma vervaardigd dat bij de productie van
alcoholvrije dranken, koek en banket en in de
suikerwerkindustrie wordt gebruikt. De johannesbroodboom behoort
tot het geslacht van de Caesalpiniagewassen die in het
oostelijke Middellandse-Zeegebied en in de Arabische landen
alleen door de soort Ceratonia is vertegenwoordigd. Op Cyprus
bevinden zich uitgebreide aanplantingen. Deze plant heeft
leerachtige, geveerde bladeren en zeer kleine, in trossen
staande bloemen zonder kroonbladeren. De peulvrucht van de
johannesbroodboom (het johannesbrood) wordt ongeveer twintig cm
lang en ongeveer twee cm dik. Inwendig heeft de peul
tussenschotjes en aan de buitenkant is zij bruin en glad. In elk
van de door dwarse tussenschotjes gevormde compartimenten
bevindt zich ��n van de zeer harde, tot vijf mm lange zaden. De
gedroogde vrucht, het johannesbrood, ruikt naar honing en smaakt
zoet. Het uitgeperste sap of kaftan wordt tot alcohol gegist,
maar wordt ook als siroop zeer gewaardeerd. Cultuurhistorisch
bezien is het interessant dat het zaad van de johannesbroodboom
vroeger voor het wegen van goud en edelstenen werd gebruikt. Het
woord karaat wil letterlijk zeggen hoorntje, waarmee het zaad
van deze plant wordt aangeduid.