Rubriek :
Historische figuren
John Kennedy
(Brookline, Mass.,
29 mei 1917 - Dallas, Tex., 22 nov. 1963), Amerikaans staatsman,
president van de Verenigde Staten van 1961-1963. De tweede zoon
van Joseph P. Kennedy, studeerde aan de Londense School of
Economics en in Harvard en was tijdens de Tweede Wereldoorlog
commandant van een patrouilleboot. Na een schipbreuk in 1943
werd hij wegens 'opvallende moed, uithoudingsvermogen en
leidinggevende kwaliteiten' onderscheiden.
1. Politieke loopbaan
Na de oorlog ging hij in de politiek, werd al in 1946 voor
de Democraten tot lid van het Huis van Afgevaardigden gekozen en
in 1952 tot senator. In 1953 huwde hij met Jacqueline Lee
Bouvier. In 1958 volgde zijn herverkiezing als senator. Naam
maakte hij in deze tijd vooral door zijn bestrijding van
corruptie in de vakbonden.
In 1960 werd hij, na een reeks indrukwekkende overwinningen in
de voorverkiezingen, Democratisch kandidaat voor het
presidentschap en won met een zeer geringe marge van Richard
Nixon. Hij was de eerste rooms-katholieke president van de
Verenigde Staten.
Kennedy zag als voornaamste taak van zijn presidentschap een
vermindering van de internationale spanningen, maar begon met
een ernstige fout doordat hij de plannen die al onder de vorige
regering gemaakt waren om een invasie van Cubaanse emigranten in
Cuba toe te laten en gedeeltelijk te steunen, liet doorgaan, wat
tot een debacle leidde. In 1962 wist hij echter door zijn
krachtig en toch voorzichtig optreden Chroesjtsjov te dwingen
een geheime bewapening van Cuba met raketten te staken en reeds
in 1963 sloot hij met de Sovjet-Unie en Groot-Brittanni� het
Nuclear Test Ban-verdrag, waarbij proeven met nucleaire wapens
boven de grond verboden werden.
Niet zo gelukkig was Kennedy in zijn Aziatische politiek. Wel
kwam in 1962 een verdrag tot stand dat de strijdende partijen in
Laos verzoende, maar meer en meer stelden de Verenigde Staten
zich achter de regering van Zuid-Vietnam. Weliswaar werd in nov.
1963 de ultrarechtse Zuid-Vietnamese leider Diem ten val
gebracht, maar de steun aan de toen aan de macht gekomen
generaals werd voortgezet. Kennedy wilde echter niet met troepen
steunen, maar stuurde wel vele gewapende 'adviseurs'. (Bij zijn
dood waren er 15!000 in Vietnam.)
2. New Frontier
Kennedy gaf zijn politiek de naam New Frontier, waarmee hij
wilde uitdrukken dat de Verenigde Staten na de periode van
stilstand onder Eisenhower weer in beweging moesten worden
gebracht. Op het terrein van de binnenlandse politiek werden
allerlei sociale maatregelen voorgesteld, zoals medische zorg
voor de ouden van dagen, federale steun aan het onderwijs en
aanpak van de stedelijke problemen.
Door de tegenstand van het Congres slaagde hij er echter niet in
zijn voornaamste hervormingen door te voeren. Bovendien werd hij
vrij plotseling geconfronteerd met de verscherping van het
rassenprobleem. In 1962 moest hij federale troepen sturen om de
wet te handhaven in Mississippi, waar de zwarte James Meredith
niet werd toegelaten tot de universiteit, ondanks nadrukkelijk
rechterlijk bevel. Hoewel Kennedy enigszins laat tot het inzicht
kwam dat de rassenkwestie binnenslands het centrale probleem
werd, nam hij daarna v�rstrekkende maatregelen: in 1963 kwam hij
met een uitgebreid wetsvoorstel voor verbeterde burgerrechten.
3. Aanslag
In hetzelfde jaar werd Kennedy bij een bezoek aan Dallas
door een sluipschutter, Lee Harvey Oswald, vermoord. Enige dagen
later werd de moordenaar zelf neergeschoten. De moordzaak werd
door een speciale commissie (onder opperrechter Warren)
onderzocht en deze legde haar bevindingen neer in een uitvoerig
rapport, maar kon niet de onzekerheid en ongerustheid in het
land en in de wereld wegnemen over de duistere achtergronden van
de moord. De schok van de gebeurtenis was in de gehele wereld
zeer groot. Kennedy was voor miljoenen het symbool geworden van
de hoop op vrede en een nieuw begin.
4. Politieke betekenis
De betekenis van president Kennedy moet vooral gezien worden
in wat hij begonnen is, meer dan in wat hij heeft bereikt. Hij
heeft in enkele jaren het land bezield met idealisme, hij heeft
zich omringd met bekwame adviseurs, veelal intellectuelen, die
aan zijn politiek weer diepte en achtergrond gaven, hij heeft de
vergeten groepen, de armen, de ouden van dagen, de zwarten, weer
hoop gegeven, hij heeft het gewaagd door een radicaal nieuwe
koers de hoop op vrede te doen herleven.
Door zijn dood verdween het elan tot vernieuwing van boven af,
waarvoor Kennedy zich had ingezet, maar de geest die hij had
opgeroepen, zou toch op den duur niet meer te bedwingen zijn en
zich telkens weer manifesteren.