De
Juan-Fernandezzeebeer
De
Juan-Fernandezzeebeer of Arctocephalus philippii.
Grootte : mannetje lichaamslengte ongeveer twee
meter, gewicht ongeveer 130 kg. Wijfjes ongeveer
anderhalve meter lang, gewicht waarschijnlijk
veertig tot vijftig kg. Uiterlijk : als van de
zuidelijke zeebeer.
Verspreidingsgebied : er zijn twee ondersoorten,
voornamelijk beperkt tot twee kleine, ver uiteen
liggende eilandengroepen : A.p. philippii en de
A.p. townsendi.
Deze soort werd het eerste beschreven in 1866
van de Juan Fernandez-eilanden, voor de kust van
Chili. Hoewel hij lijkt op de zuidelijke
zeebeer, heeft hij een duidelijk kleinere
schedel. Hetzelfde kenmerk werd later gevonden
bij schedels van robben die op het eiland
Guadeloupe, voor de kust van Mexico, waren
geslacht en de twee populaties werden tot ��n
enkele soort samengevoegd. Daar ze beide werden
ontdekt op het moment dat ze op uitsterven
stonden, is hun biologie nooit nauwkeurig
bestudeerd en tegen de eeuwwisseling scheen het
aannemelijk dat geen van beide die had
overleefd. Maar tegenwoordig zijn ze er, dank
zij beschermende maatregelen van de Mexicaanse
regering, beide weer bovenop gekomen. In 1927
werden er op Guadeloupe nog maar enkele paren
aangetroffen, maar thans telt de populatie daar
1300 tot 1500 individuen.
Op Juan Fernandez- is de daar inheemse
ondersoort ook weer hersteld; in 1969 en 1970
zijn kolonies van in totaal ongeveer
zevenhonderd dieren waargenomen. Het is mogelijk
dat zich op San Ambrosio, ��n van de eilanden
van een groep 1100 km ten noorden van Juan
Fernandez, een kleine populatie aan het vestigen
is. Net als hun Zuidamerikaanse buren, vormen
deze tropische pelsrobben in de paartijd
groepen, waarin de koeien om de volwassen bullen
kleine harems vormen. Het werpen van de jongen
en de paring vinden echter in mei en juni
plaats. De kolonies worden tussen rotsblokken en
in grotten op de kust gevormd; hier zoeken de
paren volwassen dieren en de jongen bescherming
tegen de warme middagzon. Deze kolonies van de
kleine eilanden worden, hoewel beschermd door
zowel Chileense als Mexicaanse wetten, bedreigd
door stroperij, rustverstoring en epidemische
ziekten.
|