Rubriek :
Historische figuren
Juan Jim�nez
Jim�nez, Juan Ram�n
(Moguer 24 dec. 1881 - San Juan de Puerto Rico 29 mei 1958),
Spaans dichter, studeerde aan de universiteit van Sevilla
(1892-1898) en wijdde zich daarnaast aan de schilderkunst en aan
het lezen van romantische po�zie; tussen 1896 en 1898 verschenen
zijn eerste publicaties in tijdschriften. In 1900 ging hij op
aanraden van vrienden als Villaespesa en Rub�n Dar�o naar Madrid
en leerde daar het modernismo kennen. Hij leed aan depressies en
een zwakke gezondheid; enkele malen verbleef hij in sanatoria en
leefde van 1905 tot 1912 teruggetrokken in Moguer; intussen
bestudeerde hij de klassieken en leerde Engels en Duits. In 1912
keerde hij terug naar Madrid, waar hij zich installeerde in de 'Residencia
de estudiantes', gesticht door de Instituci�n Libre de Ense�anza,
ging er om met schrijvers als Azor�n en Ortega, leidde de
publicaties van de Residencia en probeerde opnieuw zich het
Grieks en Latijn eigen te maken. In 1916, tijdens een reis naar
de Verenigde Staten, trouwde hij met Zenobia Camprub� Aymar,
vertaalster van Rabindranath Tagore en vanaf dat moment
medewerkster van de dichter.
Een periode van grote creativiteit brak aan. Hij stichtte
tijdschriften (S�, Indice, Ley) en reisde door heel Spanje.
Tijdens de Burgeroorlog verbleef hij in Puerto Rico en op Cuba.
Daarna woonde hij in de Verenigde Staten, maakte een grote reis
door Latijns-Amerika om lezingen te houden en zijn eigen po�zie
toe te lichten en keerde in 1951 terug naar Puerto Rico. In 1956
werd hem de Nobelprijs voor letterkunde toegekend.
Jim�nez begon als 'modernista' (Almas de violeta, 1900; Ninfeas,
1900; Rimas, 1902), maar reeds met Arias tristes (1903)
verwijderde hij zich van het modernismo, waarvan het retorische
spel en de behoefte aan exotiek, zijn ascetische en lucide
persoonlijkheid niet konden bevredigen. Toen begon de fase die
hijzelf als de eerste van zijn dichterschap zag, gekenmerkt door
een gedempte melancholie, een veelal aan de natuur ontleende
beeldspraak, de invloed van B�cquer en de Franse symbolisten en
het respecteren van de normen van het sonnet, de alexandrijn en
het 'romance'-vers. In 1917 vond met de bundel Diario de un
poeta reci�n casado de overgang naar de tweede fase plaats, die
van de zgn. 'poes�a desnuda' (naakte po�zie) of 'poes�a pura'
(zuivere po�zie). Het rijm, de beeldspraak en het gebruik van
het adjectief werden nu tot een minimum beperkt, terwijl ook de
versregels en de gedichten veel compacter werden. Met deze
sterke concentratie probeerde de dichter een autonome wereld te
cre�ren. Meer dan ooit werd duidelijk dat Jim�nez 'voor de
minderheid' schreef, zoals hijzelf zei. Het ging hem om 'el
nombre exacto de las cosas' (de exacte naam van de dingen). Zijn
bekendste boek is Platero y yo (1914; Ned. vert.: Platero en ik,
1951), waarin de ik-persoon in po�tisch proza een monoloog houdt
tegen het ezeltje Platero over het leven in Moguer, Jim�nez'
geboortedorp.