Rubriek : De
mens - algemeen
Gajus Julius Caesar
Gajus Julius Caesar
( 100-44 voor Christus) werd geboren uit een zeer aanzienlijk
Romeins geslacht. Hij genoot een uitstekende opvoeding en was
geestelijk zeer begaafd. Hoewel gesteld op comfort, liefhebber
van boeken en kunst, fanatiek verzamelaar van antiek, kon hij,
als dat nodig was, heel goed ontberingen doorstaan en met de
eenvoudigste dingen genoegen nemen. Zijn eerzucht was grenzeloos
en hij was bereid zich volledig in te zetten voor het bereiken
van het door hem begeerde doel : zoveel mogelijk macht.
Hij hield zich aan recht en wet als dat kon en het hem uitkwam,
maar hij vergat gemakkelijk recht en wet als dat zijn macht kon
vergroten. De beroemde Gajus Marius was een oom van Caesar, en
dat had tot gevolg dat ook Ceasar op Sulla's lijst van verdachte
tegenstanders werd geplaatst. Om niet te worden gedood, vluchtte
Caesar de moerassen en wouden van Campani� in en bleef er
dagenlang verborgen. Het mocht niet baten, want de soldaten van
Sulla vonden hem en brachten hem naar Rome. Gelukkig kreeg hij
gratie. Hij mocht naar Klein-Azi� vertrekken om er het
soldatenvak te leren. Nadat Sulla was overleden, keerde Caesar
naar Rome terug en werd er advocaat. Blijkbaar vond hij dat hij
niet vlot genoeg kon praten, want hij ging welsprekendheid
studeren op het Griekse eiland Rhodos. Daarna doorliep hij in
Rome de verschillende staatsambten, zoals dat nodig was voor
iemand die carri�re wilde maken.
Intussen liet hij, om de volksgunst te winnen, op ruime schaal
graan aan de proletari�rs uitdelen en organiseerde hij grote
voorstellingen met onder andere gladiatorengevechten. Van tijd
tot tijd was hij bij politieke samenzweringen betrokken, maar
hij gaf zich nooit echt bloot. Tijdens zijn stadhouderschap in
Spanje ondernam hij veldtochten tegen nog niet onderworpen
stammen. Die veldtochten leverden hem de eretitel imperator
ofwel 'veldheer' op. In 60 voor Christus sloot Caesar met
Pompejus en Crassus het Eerste Driemanschap en dat leverde hem
het consulaat voor het volgende jaar op. Als man van de
Volkspartij kondigde Caesar uiteraard een aantal sociale
maatregelen af.
Na zijn ambtstermijn als consul te hebben volgemaakt, verkreeg
Caesar voor vijf jaar het stadhouderschap over Gallia Cisalpina
(het gebied in Noord-Itali� van de Alpen tot aan de rivier de
Rubicon) en over Gallia Transalpina (het Romeinse gebied dat in
Zuid-Frankrijk lag). Toen de kersverse stadhouder vernam dat de
stam van de Helveti�rs van plan was uit Zwitserland weg te
trekken om zich in Frankrijk ten noorden van Bordeaux te gaan
vestigen, rukte hij met grote snelheid de invallers tegemoet.
Juist toen de Helveti�rs bezig waren met bootjes en vlotten de
rivier de Sa�ne over te steken, verscheen Caesar ten tonele. Hij
versloeg degenen die nog niet aan de overkant waren en
achtervolgde de overigen de volgende dag. In enkele dagen tijd
werd de stam, die meer dan 350.000 mensen zou geteld hebben,
verslagen. Slechts zo'n 100.000 Helveti�rs bleven over en die
moesten terugkeren naar hun oude land.
Op
de Galli�rs, die de overheersende bevolkingsgroep in het huidige
Frankrijk waren, maakte het optreden van Caesar diepe indruk. Ze
belegden een algemene vergadering en daarop werd besloten om
Caesars hulp in te roepen tegen de Germanen, die van over de
Rijn opdrongen. De Romeinse veldheer ging daar maar al te graag
op in. Toen de Germaanse koning Ariovistus de aan hem gestelde
eisen afwees, trok Caesar tegen hem op, verder Galli� binnen.
Onderhandelingen met de Germanen leverden niets op en dus moest
het zwaard beslissen. Een hevige slag volgde, met een goede
afloop voor de Romeinen. Ze dreven Ariovistus terug over de
Rijn. Voor de eerstkomende eeuwen zou deze rivier de grens
vormen tussen de Romeinse en de Germaanse wereld ! Caesar
beheerste nagenoeg het midden van het huidige Frankrijk.
De ten noorden Galli� wonende Belgen voelden zich niet meer
veilig en hun stammen sloten een verbond tegen de Romeinen.
Vervolgens begonnen ze hun strijdkrachten te bundelen. Toen de
Belgen bezig waren het riviertje de Aisne over te trekken,
werden ze plotseling door de Romeinse legioenen overvallen. Hun
verliezen waren niet gering. Caesar, die de Belgen de 'dapperste
der Galli�rs' zou noemen, zette zijn opmars verdeer. Na veel
strijd was ook Belgi� in de herfst van het jaar 57 voor Christus
bijna geheel onderworpen. In de volgende jaren trok Caesar op
tegen de volken van Normandi� en Bretagne en bracht die op de
knie�n. Daarna trok hij over de Rijn Germani� binnen en stak hij
de zee over naar Brittanni�. Wel slaagde hij erin de Britten een
jaarlijkse schatting op te leggen, maar deze plicht raakte al
gauw in de vergeethoek. Pas een expeditie van keizer Claudius in
43 na Christus leidde tot de inlijving van Brittanni� bij het
Romeinse Rijk.
Steeds had Caesar met kleinere of grotere opstanden in Galli� te
maken. Van zeer ernstige aard was de algemene opstand van de
Galli�rs onder Vercingetorix in 52 voor Christus. Maar het
inzicht en de volharding van de grote Romeinse veldheer Caesar
deden Galli� voor het rijk behouden.
In het begin van het jaar 49 voor Christus liep het
stadhouderschap van Caesar af. De Senaat eiste dat Caesar zijn
leger naar huis zou sturen en naar Rome zou komen om verslag uit
te brengen. Caesar vertrouwde de Senaat echter niet en rukte met
zijn leger tegen Rome op. In de toen uitbrekende Tweede
Burgeroorlog was Pompejus zijn grote
tegenstander. Deze vluchtte na een in Griekenland gelegen
nederlaag naar Egypte. Daar werd hij na zijn aankomst in 48 voor
Christus vermoord. Terug in Rome liet Caesar zich voor tien jaar
tot dictator benoemen. Hij werd ook nog consul en ponfifex
maximus, dat is opperpriester, zodat hij vrijwel alle macht in
handen had. Op grootscheepse wijze organiseerde hij het Romeinse
Rijk. Tegenover zijn oude politieke tegenstanders gedroeg hij
zich niet haatdragend. Toch bleef er een kern van verzet tegen
hem bestaan en in 44 voor Christus werd hij vermoord.
(foto : borstbeeld van Pompejus)