Rubriek :
Historische figuren
Justus Lipsius
Lipsius, Justus
eigenlijk: Joost Lips (Overijse 18 okt. 1547 - Leuven 23 maart
1606), Zuid-Nederlands humanist, filoloog, historicus en
wijsgeer, doceerde o.a. te Jena (1572-1573), Leiden (1578-1591)
en Leuven (1592-1606). Te Jena was hij tot de lutherse, te
Leiden tot de hervormde godsdienst overgegaan; later verzoende
hij zich weer met het katholicisme. In zijn gemani�reerde
Latijnse stijl liet hij, naast elementen uit het archa�sche
Latijn, allerlei woorden en uitdrukkingen uit het latere Latijn
toe; deze reactie tegen het ciceronianisme vond vele navolgers.
Het wetenschappelijk gezag van zijn filologische tekstuitgaven
van o.a. Tacitus (1574) en Seneca (1605) werkt nog door in de
moderne edities. Tot zijn eigen geschriften behoren Satyra
Menippaea sive Somnium (1581), een literair-kritische
stellingname; De constantia libri (2 dln., 1584), vertolking van
zijn christelijk sto�cisme, met als hoogste goed de deugd van
standvastigheid, gebaseerd op de aanvaarding van een alles
beheersende redelijkheid (het werk van Gods voorzienigheid);
Politicorum sive civilis doctrinae libri sex (1589), een theorie
van de moderne staat; voorts Latijnse gedichten en een
omvangrijke correspondentie. Zijn politieke geschriften vertonen
machiavellistische trekken, lokten verzet uit bij o.a. Coornhert
en leidden tot zijn ontslag als hoogleraar te Leiden.