Kaaimanteju
De
Dracaena guianensis leeft op moerasachtig
ondergelopen land en vaak bosachtig terrein bij
rivieren. Hij wordt 120 cm lang.
De grote, stevig gebouwde kaaimanteju heeft een
zijdelings afgeplatte staart en ruwe hoornige
beenschubben als een pantser over zijn rug. Hij
komt voor in gebieden die een groot deel van het
jaar onder water staan en waarvan de bodem
alleen bij de laagste rivierstand droogvalt. Dan
zoekt hij de resterende plassen op; een groot
deel van de dag blijft hij in het water; hij
duikt en zwemt voortreffelijk met de hulp van
zijn staart. Tijdens de nacht zoekt hij een
schuilplaats boven de waterspiegel, vaak in
struiken of bomen. Zijn voedsel bestaat bijna
uitsluitend uit waterslakken; hij pakt ze tussen
zijn kaken en gooit zijn kop achterover zodat de
slak naar achteren glijdt, waar hij door de
platte maaltanden wordt gekraakt. De stukken
schelp worden uitgespuugd en het weke lichaam
ingeslikt.
Het wijfje legt na de paring haar 7,5 cm lange
eieren, vaak in een verlaten nest van
boomtermieten.
|