De
kamsalamander
Orde
: Caudata - familie : Salamandridae - geslacht :
Triturus en soort : Triturus cristatus. De
kamsalamander is ��n van de vier soorten met een
kam in het geslacht Triturus.
De kamsalamander is bedekt met wratten en
vlekken, heeft een feloranje onderkant en is ��n
van de meest ongrijpbare en bedreigde amfibie�n
van Europa. In de lente gaat hij een meer in om
op de donkere bodem te paren en legt vervolgens
eieren in het water. De larven die uitkomen zijn
waterdieren : pas nadat ze fysiek ingrijpend
veranderd zijn, kunnen ze op het land kruipen en
hun levenscyclus afmaken.
De kamsalamander is weinig kieskeurig en eet
alles wat er aan kleine ongewervelde dieren
voorhanden is. Als hij niet in het water is,
leeft hij in de buurt van vochtige bossen en
voedt zich met ongewervelde dieren. In het water
heeft hij een speciale jachtmethode. Tastcellen
op zijn kop en staart kunnen elke bewegende
prooi waarnemen. De salamander hapt heel snel
naar zijn prooi, grijpt deze met zijn kleine
tanden en slikt hem door. Salamander larven eten
alles wat in hun bek past, van watervlooien en
schaaldiertjes tot de larven van andere
salamanders, bloedzuigers en kikkervisjes. Ze
drinken niet echt water, maar absorberen het via
hun poreuze huid als ze onder water zijn.
Aan het einde van de winter gaan de salamanders
op zoek naar hun vaste paringsmeer om er een
partner te zoeken. Zodra het paar gevormd is,
legt het mannetje een spermapakketje op de bodem
van het meer en leidt het vrouwtje eroverheen,
zodat dit aan haar blijft plakken. Daarna gaat
het paar uit elkaar. Het vrouwtje legt ��n voor
��n haar eitjes en plakt elk daarvan aan het
blad van een waterplant dicht bij het oppervlak.
Na enkele dagen gaat de uitgekomen larve op de
bodem lopen of de lange, platte staart bewegen.
De gedaanteverwisseling tot volwassene vindt in
de herfst of de lente daarop plaats.
De kamsalamander kan gassen uitwisselen via zijn
huid en de binnenkant van zijn bek en ook via
zijn longen. Daarom is hij tijdens de nacht
actief, want blootstelling aan de zon doet zijn
huid snel opdrogen en vermindert het vermogen om
adem te halen. Bij gevaar rolt hij soms zijn
staart op en toont de opvallende kleur van zijn
buik om aan te geven dat de giftige
huidafscheidingen een minder prettig hapje
vormen. Als amfibie is hij afhankelijk van het
klimaat om zijn lichaamstemperatuur op peil te
houden. In de winter zoekt hij op het land een
spleet of hol op om in te overwinteren.
In minstens elf Europese landen staat de
kamsalamander als bedreigd geregistreerd.
Belangrijkste oorzaken zijn het verlies aan
leefgebied, vervuiling en het groeiend aantal
vissen in de meren.
|