Rubriek :
Historische figuren
Karel XII van Zweden
(Stockholm 17 juni
1682 - Frederikshald 11 dec. 1718), koning van Zweden van 1697
tot 1718, uit het Huis Palts-Tweebruggen, zoon van Karel XI,
kreeg een coalitie van Saksen, Denemarken, Polen en Rusland
tegen zich, terwijl in verschillende gebieden van het Zweedse
Rijk de adel ten gevolge van de reducties van Karel XI roerig
was geworden. In 1700 begon de grootste van de Noordse Oorlogen,
waarin Karel een onge�venaarde virtuositeit tentoonspreidde in
de kunst om juist die van zijn vijanden een beslissende slag toe
te brengen, die het minst op zijn aanval bedacht was, en daarna
een andere, die intussen van zijn afwezigheid had geprofiteerd.
In 1707 was alleen Rusland nog niet verslagen. Karel trok dat
land binnen, maar bij Poltava werd hij verpletterend verslagen
(1709); de opstand van de met hem verbonden kozakkenhetman
Mazeppa mislukte. Karel vluchtte naar Turkije, dat daarop met
Rusland in oorlog kwam, maar spoedig weer vrede sloot (1711) -
zeer tot Karels ongenoegen, die op deze oorlog had aangestuurd.
Karel bleef tot 1714 in het Turkse Rijk.
Intussen was Zweden met al zijn vroegere vijanden weer in oorlog
gekomen, terwijl binnenslands de hoge adel zijn oude
machtspositie trachtte te heroveren. Plotseling keerde Karel
terug. In okt. 1714 reed hij in veertien dagen te paard van
Roemeni� door Hongarije, Oostenrijk, Beieren, de Palts,
Westfalen en Mecklenburg naar Stralsund, dat door zijn vijanden
werd bedreigd. Karel verdedigde Stralsund tot dec. 1715 en
keerde naar Zweden terug toen de stad niet meer te houden was.
Zweden bleek volkomen uitgeput. Toch bereidde Karel zich weer op
oorlog voor. Bij een poging om Noorwegen te veroveren sneuvelde
hij.
Karel heeft door zijn fantastische wijze van oorlogvoeren, door
de directheid waarmee hij tot de meest riskante militaire acties
besloot en ze dan tot een goed einde bracht, en ten slotte door
zijn avonturen een diepe indruk in de geschiedenis
achtergelaten.