Rubriek :
Historische figuren
Karel I Robert van
Hongarije
(1291 - Visegr�d 26
juli 1342), koning van Hongarije van 1307 tot 1342, uit het Huis
Anjou, van moederszijde uit het Huis van Arpad afkomstig, was
een zoon van Karel Martel. Hij besteeg met steun van de paus de
troon na het interregnum dat op de dood van de laatste telg uit
het Huis van Arpad, Andreas (Endre) III, in 1301 volgde. Hij was
een begaafd heerser, onder wie Hongarije zich voorspoedig
ontwikkelde. Hij wist de macht van de hoge adel te breken,
waarmee de interne vrede hersteld werd, wat de economische groei
gunstig be�nvloedde. Uit zijn eigen aanhangers cre�erde hij een
nieuwe aristocratie en hij verzekerde zich van de steun van de
clerus. Hij voerde militaire, juridische en monetaire
hervormingen door. Voorts werd tijdens zijn heerschappij de
groei van de steden gestimuleerd en door belastingmaatregelen de
toestand van de schatkist verbeterd.
Zijn buitenlandse politiek werd gekenmerkt door het streven om
de gevaarlijke buurlanden Servi� en Oostenrijk te isoleren en
zijn eigen rijk daardoor veilig te stellen. Om de
monopoliepositie van Wenen in het buitenlandse handelsverkeer te
doorbreken, riep hij in 1335 het congres van Visegr�d (waar hij
sedert 1323 zijn zetel had) bijeen. Hieraan namen de Poolse en
Boheemse koningen deel. Karel Robert liet zijn zoon Lodewijk (Lajos)
I de Grote een goed georganiseerde, gezonde staat na.