Rubriek :
Historische figuren
Karel VI de dwaze
(Fr.: Charles le Fou)
(Parijs 3 febr. 1368 - aldaar 21 okt. 1422), koning van
Frankrijk van 1380 tot 1422, uit het Huis Valois, was een zoon
van Karel V. Wegens zijn minderjarigheid werd hij van 1380 tot
1388 bijgestaan door een regentschapsraad van een aantal Franse
prinsen (Lodewijk, hertog van Anjou; Filips de Stoute, hertog
van Bourgondi�; Lodewijk, hertog van Bourbon), die het
feitelijke gezag uitoefenden in hun eigen voordeel. Opstanden
met democratische inslag te Parijs, te Rouen en in de Languedoc
werden bloedig onderdrukt, ten koste van de populariteit van de
monarchie. Toen Karel na de mislukte aanval op Gelre op 3 nov.
1388 het bewind persoonlijk in handen nam, werden de regenten
als vorstelijke raadgevers vervangen door een aantal oude
adviseurs van Karel V, de marmousets. Door de karakterloosheid
van Karel slaagden zij er niet in een stevig staatsgezag te
vestigen. Toen, in 1392, Karel de eerste tekenen van
zwakzinnigheid begon te vertonen, namen de prinsen, onder wie
ook Lodewijk, hertog van Orl�ans, hun dominerende regentenrol
weer op. Een jarenlange machtsstrijd om de invloed op de Franse
kroon stelde twee facties tegenover elkaar: de aanhangers van de
Bourgondische hertogen (Bourguignons) en die van Orl�ans (de
Armagnacs). Karels vrouw Isabella van Beieren steunde
aanvankelijk Orl�ans, later de Bourguignons. Dramatische
ontknopingen kostten het leven aan Lodewijk van Orl�ans (1407)
en Jan zonder Vrees (1419). Inmiddels werd Frankrijk -
geteisterd door de volksopstand - een gemakkelijke prooi voor de
Engelse troepen, die o.m. een overwinning behaalden te Azincourt
(1415). Dit alles leidde tot een Engels-Bourgondische coalitie,
bezegeld door het Verdrag van Troyes (1420), waarbij Karel zich
ertoe beperkte zijn dochter uit te huwelijken aan de Engelse
koning Hendrik V, die na Karels dood in Frankrijk zou opvolgen.
Beide koningen overleden in 1422 en hun zoons werden
tegelijkertijd tot koning uitgeroepen, in Engeland als Hendrik
VI, in Frankrijk als Karel VII.