Rubriek :
Historische figuren
Karel van Egmont
(Grave 9 nov. 1467 -
Arnhem 30 juni 1538), hertog van Gelre en graaf van Zutphen,
zoon van Adolf, hertog van Gelre en graaf van Zutphen, en
Catharina van Bourbon. De jeugdige Karel bevond zich binnen
Nijmegen toen deze stad in de zomer van 1473 door hertog Karel
de Stoute werd belegerd en veroverd. Karel de Stoute liet de
jonge Karel naar Gent voeren, waar hij aan het Bourgondische hof
werd opgevoed. Hij nam deel aan de oorlog tegen Karel VIII van
Frankrijk en werd in de Slag bij B�thune (1487) gevangengenomen.
In 1492 werd hij na een vijfjarige gevangenschap losgekocht door
graaf Vincentius van Meurs en de Gelderse steden. Karel keerde
in maart 1492 naar Gelre terug en werd als landsheer erkend en
gehuldigd. Onmiddellijk na zijn terugkeer begon hertog Karel
pogingen om met het hertogdom beleend te worden. Deze pogingen
hadden absoluut geen succes. Gedurende zijn gehele
regeringsperiode heeft hertog Karel zijn hertogdom tegen de
Bourgondisch-Habsburgse aanspraken en aanvallen moeten
verdedigen. Hij verkreeg daarbij steun van de Franse koning en
van zijn onderzaten. In 1518 huwde hij Elisabeth van
Brunswijk-L�neburg. Afgewisseld door wapenstilstanden en
tijdelijke onderwerpingen aan Filips de Schone en diens zoon
Karel V duurde de strijd om de Gelderse onafhankelijkheid voort
tot 1538. Hoewel hertog Karel zich in 1505 aan Filips de Schone
onderworpen had, verbrak hij al spoedig de gesloten vrede. In de
nu volgende strijd wist hertog Karel zich ten slotte tijdelijk
meester te maken van Overijssel, Drenthe, Friesland en
Groningen, met uitzondering van enkele steden, zoals Leeuwarden
en Franeker, maar in de jaren 1522-1524 gingen deze veroveringen
grotendeels verloren. In de jaren na 1529 werd de strijd
voortgezet. Gelderse troepen trokken in aug. 1527 de stad
Utrecht binnen. In 1528 maakte de Vrede van Gorinchem een
voorlopig einde aan de oorlog. Hertog Karel werd door Karel V
beleend met Gelre en Zutphen met de clausule, dat de gebieden
aan Karel V zouden komen bij kinderloos overlijden van de
hertog. Bovendien werd overeengekomen dat hij Groningen en
Drenthe namens de keizer zou besturen. Van nauwgezette nakoming
van dit verdrag was weinig sprake; hertog Karel onderhandelde
met Frans I van Frankrijk om steun voor verdere acties tegen
Karel V te verkrijgen, versterkte zijn steden en bereidde zich
voor op voortzetting van de oorlog.
De in de jaren dertig uitgebroken oorlogsbedrijven, die ook
steun aan de bisschop van Munster tegen de Wederdopers in 1535
omvatten, leidden tot het verlies van Groningen en Drenthe; veel
kracht kon hertog Karel niet ontwikkelen, omdat zijn onderdanen
hem niet de gewenste steun wilden geven; bovendien raakte het
land uitgeput door de voortdurende oorlog. Het verdrag van Grave
(1536) beperkte weliswaar het gezag van hertog Karel tot Gelre
en Zutphen, maar was anderzijds een succes voor hem, omdat de
bepaling inzake de overgang van Gelre aan Karel V bij het
kinderloos overlijden van hertog Karel verviel. De laatste jaren
van de hertog waren vervuld van twisten met de Gelderse steden
en de ridderschap over de regeling van de opvolging. Steden en
ridderschap zetten de opvolging van Willem van Kleef, zoon van
hertog Johan III van Kleef, Gulik en Berg, door. Hertog Karel
werd in de St.-Eusebiuskerk te Arnhem begraven.