Rubriek :
Dier - algemeen
Katten en andere roofdieren
Hoewel er in de
tropische regenwouden van Zuid-Amerika een overvloed aan kleine
planten- en insecteneters is, zijn er niet zoveel verscheurende
dieren als in de oerwouden van Afrika, waar alle kleine dieren
haast voortdurend worden bedreigd. Van alle hond-, kat- en
marterachtigen, is de jaguar de grootste.
Vooral omdat de pels van de jaguar als bont zo geliefd is, komt
hij in vele streken - vooral de meer toegankelijke - vrijwel
niet meer voor. Hij lijkt veel op de panter van de Oude Wereld.
Hij is nog iets groter en ook plomper en minder sierlijk in zijn
bewegingen. Zijn vlekkentekening bestaat meestal uit vier tot
vijf rozetjes rond een vlek. In vele inheemse streken wordt hij
'El Tigre' (tijger) genoemd. Hij komt voor in allerlei
landschappen, tot in de pampa's van Argentini�, waar herten en
agoeti's te vinden zijn. Maar het meest is de jaguar te vinden
langs de meren en rivier van het tropische woud, met een
overvloed aan pekari's, waterzwijnen en tapirs als prooi. Hij is
overwegend een nachtdier, en zwemt graag en zeer behendig.
Ook watervogels, vissen en zelfs kaaimannen zijn van zijn
gading. In tegenstelling tot de meeste andere katachtigen - ook
de grotere - is hij niet bang voor de mens. Soms wordt een
jaguar wel menseneter, nog een reden waarom er jacht op hem
wordt gemaakt. De zwarte jaguar leeft uitsluitend in de diepste,
ontoegankelijke delen van het oerwoud.
De
jaguarondi is wel een echte kat, maar hij lijkt erg veel op een
otter. Hij is - met staart - een meter lang en hij heeft zeer
korte pootjes. toch is hij snel en behendig genoeg om de grotere
knaagdieren, die een deel van zijn menu uitmaken, te
bemachtigen. Door zijn lenigheid kan hij uitstekend klimmen, om
kleine boombewoners buit te maken.
Er zijn jaguarondi's in twee kleuren : een donkergrijze en een
roodbruine. Evenals alle andere Zuidamerikaanse katten leeft hij
alleen. Alleen in de paartijd komen de mannetjes en de wijfjes
bij elkaar. Per keer worden er twee tot drie - nog blinde -
jongen geboren, die met veel zorg door de moeder worden
grootgebracht.
Een nog mooiere pels dan de jaguar heeft de ocelot, met een
goud- en zilverkleurige achtergrond. Hoewel hij, zonder staart,
bijna een meter lang is, doet hij geen mens kwaad en loopt zelfs
weg voor een hond. Hij houdt van open grond, bij menselijke
nederzettingen. Schuwer zijn de tijgerkat en de margay. De
margay is een uitgesproken nachtdier, met grote ogen en hij is
zeer lichtschuw. Van deze kleine soorten is nog weinig bekend.
Van de wasberenfamilie komen ook enkele soorten in Midden- en
Zuid-Amerika voor : de neusberen (zie foto). Ze hebben alle een
dikke, lange staart die opvallend in afwisselend licht en
donkere ringen is gekleurd. De neusbeer, genoemd naar zijn
uitzonderlijke lange beweeglijke en gevoelige snuit, is ongeveer
zestig cm lang en is een echt dagdier. Tijdens de nacht slaapt
hij in een boom. De vrouwtjes en volwassen mannetjes zijn
solitair (alleen of eenzaam levend). Alleen in de paartijd wordt
er ��n mannetje tot de troep toegelaten, waarin hij - overigens
slechts kort - een ondergeschikte positie bekleedt. Net als alle
andere wasberen, eet de neusbeer bijna alles.
Van de ruim zestig cm grote boshond is nog maar weinig bekend.
Hij is vooral in de nacht actief en jaagt dan in kleine groepjes
die bestaan uit de ouder dieren met hun halfwas-jongen. Ze jagen
vooral op paca's, agoeti's en jonge waterzwijnen. Boshonden
kunnen zeer goed zwemmen.