Rubriek :
Kruiden en specerijen -
overzicht
Kervel
Of
stekelzaad, moeskruid, tamme kervel.
Anthriscus cerefolium.
De kervel is eigenlijk een ��njarig kruid, dat echter nog een
tweede jaar doorgroeit en tot zeventig cm hoog kan worden.
Kervel komt oorspronkelijk uit Zuid-Rusland, de Kaukasus en uit
West-Azi�. Uiterlijk lijkt de kervel ietwat op peterselie, maar
heeft een verfijnder aroma. De bloemetjes van de kervel zijn
heel fragiel. De plant houdt van een niet te zware grond en van
niet teveel zon. Wie zelf kervel zaait, kan dit het best heel
vroeg in het voorjaar doen en wie tot laat in de winter wil
oogsten, moet in augustus en september nogmaals zaaien. Wie
permanent over kervel wil beschikken, kan het zaad het best in
kleine hoeveelheden tegelijk vanaf het vroege voorjaar tot in
het najaar uitzaaien. Voor het oogsten van de bladeren moet de
plant net even boven het grondoppervlak worden afgesneden. Zes
tot acht weken na het zaaien is de plant het best geschikt.
Kervel kan niet worden verplant. Kervel geldt als ��n van de
fijnste kruiden van de Franse keuken en wordt niet alleen voor
het kruiden van soepen en salades gebruikt, maar ook voor
vullingen en als garnering. Kervel kan gedroogd worden gekocht,
maar het beste is toch om het product vers te verwerken. Voor de
winter houdt men kervel vers in de diepvries. Men gebruikt
kervel altijd fijngehakt of gesneden samen met bijvoorbeeld
peterselie, dragon en bieslook, voor omeletten. Kervel is echter
ook geschikt om er rauwe groenten mee te kruiden en doet het ook
bijzonder goed bij schapevlees en gegrilleerd vlees.