De
kleine zeeotter
De
kleine zeeotter of Lutra felina. Grootte :
lichaamslengte 57 tot 59 cm; staart 30 tot 36
cm. Gewicht van een mannetje 4,1 kg. Seksen
waarschijnlijk gelijk. Uiterlijk : een kleine,
donker-grijsbruine otter met grijze rug en
flanken; wangen, keel en onderkant lichter. Ruwe
vacht, voeten gedeeltelijk met zwemvliezen.
Verspreidingsgebied : voorheen in de kustwateren
van het westen van Zuid-Amerika van ongeveer
negen graden z.br. in centraal Peru tot aan het
zuidelijkste puntje van Chili. Thans zeer
zeldzaam, in Peru en Chili bijna geheel beperkt
tot ten zuiden van 42 graden z.br.
Dit kleine ottertje van kuststreken en
rivieroevers, dat in zijn woongebied chungungo
wordt genoemd, kwam vroeger langs een enorm
lange kustlijn voor, van de Zuidamerikaanse
tropen tot het koude, gematigde Tierra del Fuego.
Voortdurende bejaging heeft zijn aanwezigheid nu
vrijwel beperkt tot de dicht beboste eilanden
voor en de kust van het vasteland van zuidelijk
Chili, terwijl er nog steeds een kleine
populatie van twee of driehonderd exemplaren
voorkomt in centraal Peru. Over de leefwijze van
deze otter is weinig bekend; hij schijnt de
voorkeur te geven aan ondiepe en kustwateren,
zoals in het noorden de zeeotter. Het voedsel
bestaat ook uit weekdieren, garnalen (zowel uit
zee als uit zoetwater) en uit vissen van ondiep
water. Chungungos leven solitair, verspreid over
hun kustgebieden; de geslachten ontmoeten elkaar
slechts korte tijd, om te paren, omstreeks de
midzomer. De worpen van twee jongen komen laat
in de herfst ter wereld. Hoewel ze officieel
zijn beschermd, schijnen deze zeeotters waar zij
maar voorkomen nog steeds te worden gevangen,
gedood en gevild; voor hun pels wordt op
illegale markten een stevige prijs betaald.
|