Rubriek : 
								Dier - algemeen
						
								Kleine zoogdieren
							
						
							
								
Apen,
								die zich ontwikkelen in het bos, worden als bosdieren beschouwd.
								In Afrika leven echter acht apensoorten, die zich hebben
								aangepast aan de levensomstandigheden in andersoortige gebieden.
								De patas of huzaren-aap (zie foto), de meerkatten en de groene
								baviaan komen voor in de noordelijke strook van het
								savannengebied. De huzaren-apen leven uitsluitend in de meest
								noordelijke en droogste gebieden en ze wagen zich zelfs in de
								woestijn. De meerkatten, die zich door heel Afrika hebben
								verspreid, verlaten het bos alleen om aan de randen van de
								savanne rond te scharrelen. De groene bavianen leven bij
								voorkeur in rotsachtige gebieden. Alle savanne-apen leven in
								groepen. De groepen van de verschillende soorten zijn echter
								uiteenlopend van samenstelling. De apen die in droge gebieden
								leven, waar het voedsel schaars is, hebben bijvoorbeeld maar ��n
								mannetje per groep. Bij de apen die in een wat minder schraal
								gebied wonen, komen meer mannetjes per groep voor.
								De apen die in de Afrikaanse savannen leven, hebben in
								tegenstelling tot het merendeel van hun Zuidamerikaanse
								soortgenoten geen grijpstaarten. De huzaren-apen gebruiken hun
								staart als steun, wanneer ze zich oprichten om uit te kijken
								over het lange gras. De staart van de groene bavianen hangt er
								duidelijk ongebruikt bij. De huzaren-apen leven in de drogere en
								minder vruchtbare gebieden. Ze leven in groepen van ten hoogste
								dertig dieren. Zo'n groep bestaat uit ongeveer een tiental
								wijfjes met hun kroost, ��n mannetje als leider en een paar
								onvolwassen mannetjes. De leider verricht alle paringen. De
								jonge vrijgezellen wonen apart en treden op als wachtposten. De
								beslissing ten aanzien van het blijven op een plek of verder
								trekken wordt over het algemeen aan de wijfjes overgelaten.
								Groene bavianen leven in veel grotere gemeenschappen dan
								huzaren-apen. Bij de groene bavianen zijn er in elke groep wel
								een aantal mannetjes die om de heerschappij vechten. In de tijd
								dat de mannetjes niet met elkaar of met een vijand van buiten
								vechten, leiden ze een benijdenswaardig leventje. 's Morgens
								eten ze en als het warmer wordt, gaan ze in de schaduw liggen
								luieren. De mannetjes kennen geen familiebanden en dragen ook
								niet de verantwoordelijkheid voor een harem. Ze paren met elk
								willekeurig vrouwtje in haar vruchtbare periode van een week per
								maand. Net als vele andere dieren in de savannen vormen de
								bavianen gemengde kudden met antilopen. Ze profiteren van het
								scherpere gehoor en de betere reuk van de antilopen. Als
								tegenprestatie vechten ze met de grootste vijand van de
								antilopen, de panter.
								De groene meerkatten die behoren tot de meerkatten of makaken,
								wagen zich nooit te ver uit de buurt van bomen. Het zijn in
								hoofdzaak planteneters. Ze eten onder meer bladeren en schors.
								Maar ze zijn ook niet vies van insecten, eieren en jonge vogels.
								Ze verschalken zelfs af en toe knaagdieren, zoals hazen. De
								groene meerkatten hebben met de huzaren-apen gemeen, dat ze maar
								zelden hoeven te drinken. Men zegt dat van de hogere dieren de
								groene meerkatten de minst georganiseerde gemeenschap hebben. Ze
								leven in groepen van twintig of meer exemplaren, waarin wat
								aantal betreft de vrouwtjes lichtelijk in de meerheid zijn. De
								mannetjes heersen over de vrouwtjes.
								De serval is ��n van de mooiste van de katachtige dieren. Hij
								heeft een slank lichaam, lange elegante poten en een hartvormig
								gezicht. De serval is ook ��n van de snelste katten. Hij is in
								staat om vliegende vogels bij hun vleugels te pakken en maakt
								daarvoor soms sprongen van bijna twee meter hoog. De serval is
								een felle jager. Hij doodt vaak honden en een goede klimmer
								zoals hij is, kan hij een in de boom gevluchte klipdas vangen.
								Maar gewoonlijk bewaart hij zijn klimcapaciteiten voor het geval
								hij razendsnel aan zijn achtervolgers moet ontsnappen. De serval
								brengt zijn nachten door met het jagen op meerkatten,
								hagedissen, duikers, ratten, vogels en hazen.