Orde van
de klipdassen
De
klipdassen zijn zo groot als een konijn. Hun
tenen eindigen in een hoefje. Alleen de tweede
teen heeft een gekromde klauw. De tenen en
voetzolen hebben kussentjes, waardoor de
klipdassen gemakkelijk in bomen en op rotsen
kunnen klimmen. Ze hebben een onvolledig gebit,
met de gebitsformule 1043/2043. Hun maag bestaat
uit twee holten, elk met een eigen taak. De
klipdassen leven in de droge en woestijnachtige
streken van Azi� en Afrika. Alle klipdassen
behoren tot ��n enkele familie, die bestaat uit
slechts drie geslachten en maar enkele soorten.
|