De
komodovaraan
Orde
: Sauria - familie : Varanidae - geslacht :
Varanus en soort : Varanus komodoensis. De
komodovaraan is het grootste lid van de familie
van de varanen. Varanen zijn gemiddeld 1,2 meter
lang.
De enorme komodovaraan uit Indonesi� is de
grootste levende hagedis ter wereld en kan
gemakkelijk een hert of geit doden. Het
gespierde en behendige reptiel heeft een
krachtig lichaam en leeft niet alleen op de
grond, maar ook in water en bomen.
Komodovaranen leven zowel in heuvelachtige
regenwouden als in droog laagland. Ze komen 's
ochtends als het koel is te voorschijn om te
foerageren en slapen tijdens de nacht in grotten
of ravijnen, of tussen boomwortels. Deze over
het algemeen solitair levende hagedissen brengen
de ochtend jagend door. Ze gaan in een
hinderlaag liggen en proberen hun prooi bij
verrassing te grijpen. Veel prooien ontsnappen,
maar sterven binnen enkele uren aan hun
verwondingen. Het speeksel van de varaan bevat
veel schadelijke bacteri�n en veroorzaakt
bloedvergiftiging. Later sporen de varanen hun
prooi op met hun gevoelige tong. Ze kunnen
kadavers op vijf kilometer afstand ruiken.
Komodo's delen hun voedsel en paren zelfs op de
eetplek. Volwassen dieren kunnen in ��n keer
tachtig procent van hun lichaamsgewicht
verorberen.
Komodo's kunnen een snelheid van twintig
kilometer per uur bereiken. Jonge komodo's eten
vrijwel alle kleine hagedissen en insecten en
voeden zich met de resten van de oudere
exemplaren. Volwassen dieren eten van alles en
nog wat, van knaagdieren tot wilde zwijnen. Het
dominante mannetje eet eerst, gevolgd door de
kleinere dieren die de prooi hebben geroken en
ook een hapje willen. Volwassen dieren zijn
agressief en kannibalistisch. Elk jong dat bij
het eten in de weg loopt, wordt opgegeten.
Rond de paartijd zijn er meer mannetjes dan
vrouwtjes en wordt er door de rivalen agressief
gevochten. Met hun staart als steun verheffen de
mannetjes zich op hun achterpoten om te
worstelen, te slaan en te grijpen. tot het
paarritueel behoren het aanraken van de tongen,
in de nek bijten en krabben. Een tweetal maand
na de paring legt het vrouwtje ongeveer 25
leerachtige eieren in een zelfgegraven nest dat
ze daarna toedekt. Wanneer de jongen zo'n negen
maanden later uitkomen, moeten ze voor zichzelf
zorgen. De kleintjes zijn veertig cm lang, wegen
honderd gram en klimmen na het verlaten van het
nest snel in de dichtstbijzijnde boom. De jongen
blijven het eerste jaar in de bomen en voeden
zich met insecten en kleine hagedissen.
Deze Komodovaraan staat in zijn ge�soleerde
leefomgeving bovenaan de voedselketen. Toch is
de huidige populatie van 2500 tot 5000
exemplaren sinds zijn ontdekking sterk
afgenomen. De voornaamste bedreigingen zijn de
illegale jacht, de schaarste aan prooien en het
verlies aan leefgebied.
|