Rubriek :
Historische figuren
Koning Albert I van Belgi�
Voluit: Albert
L�opold Cl�ment Marie Meinrad (Brussel 8 april 1875 -
Marche-les-Dames 17 febr. 1934), derde koning der Belgen, tweede
zoon van Filips, graaf van Vlaanderen, en Maria van
Hohenzollern-Sigmaringen, uit het Huis Saksen-Coburg-Gotha. Naar
familietraditie genoot Albert een opleiding aan de Koninklijke
Militaire School en in 1907 werd hij tot luitenant-generaal
benoemd. Hij ondernam verscheidene grote reizen (Verenigde
Staten, Groot-Brittanni�, Zuid-Afrika en Belgisch-Kongo) en
bereidde zich aldus voor op de troon, die hem wegens het
overlijden van zijn broer Boudewijn (1891) toekwam. Op 23 dec.
1909 volgde hij zijn oom Leopold [Belgi�] op - waarbij hij als
eerste Belgische vorst de grondwettelijke eed in beide
landstalen aflegde. Door vriendschapsbezoeken aan o.m. Frankrijk
en Duitsland trachtte hij de Belgische neutraliteitspositie te
verstevigen. Tegelijkertijd stuurde hij aan op de versterking
van de landsverdediging, o.m. door de in 1913 ingevoerde
algemene dienstplicht. Op 4 aug. 1914, bij de schending van de
Belgische neutraliteit door Duitsland in de Eerste Wereldoorlog,
nam hij het opperbevel over het leger op zich, waaraan hij de
gehele duur van de oorlog zou vasthouden. Toen de Belgische
troepen zich in okt. 1914 achter de IJzer terugtrokken, wenste
Albert het nationale grondgebied niet te verlaten en vestigde
zich te De Panne, in de nabijheid van het hoofdkwartier. Steeds
trachtte hij de bijzondere positie die Belgi� als klein land in
de machtsstrijd van de grote mogendheden innam als politieke
richtlijn aan de naar Le Havre uitgeweken regering voor te
houden. Hij leidde in sept. 1918 de noordelijke legergroep in
het bevrijdingsoffensief en op 22 nov. 1918 hield hij zijn
triomfantelijke intocht te Brussel. Eerder (11 nov.) had hij te
Loppem, tijdens besprekingen met politici uit het bezette
gebied, de hoofdpunten van het naoorlogs regeringsprogram
bepaald: algemeen enkelvoudig kiesrecht, gelijkheid van de
nationale talen, stichting van een nieuwe Vlaamse universiteit
te Gent, afschaffing van Belgi�s verplichte neutraliteit.
Tijdens de Vredesconferentie van Versailles kwam hij eenmaal
persoonlijk tussenbeide ter verdediging van het bedreigde
Belgische prioriteitsrecht op herstelbetalingen. In de
naoorlogse jaren hernam hij, met verstevigd persoonlijk gezag,
zijn taak van grondwettelijk vorst, waarbij hij vooral
belangstelling had voor 's lands herstel. Op zijn initiatief
werden het persagentschap Belga (1920) en het Nationaal Fonds
voor Wetenschappelijk Onderzoek (1928) opgericht. Albert vond de
dood bij een bergbeklimming. Hij was op 2 okt. 1900 gehuwd met
Elisabeth, hertogin in Beieren, die hem drie kinderen schonk:
Leopold, de latere Leopold III (3 nov. 1901), Karel, die in 1944
regent werd (10 okt. 1903), en Marie-Jos� (4 aug. 1906).