De
kookaburra
Orde
: Coracliformes - familie : Alcedinidae -
geslacht : Dacelo en soort : Dacelo novaeguineae.
De kookaburra behoort tot de Alcedinidae-familie,
die 92 soorten ijsvogels kent.
Met een luide, schorre roep die klinkt als
luidruchtig menselijk gelach, is de kookaburra
��n van de meest bekende en geliefde leden van
de ijsvogelfamilie. Groepen kookaburra's
gebruiken hun kenmerkende roep om hun
territorium op te eisen, en hun hysterisch
gekakel werd zo leuk gevonden door vroege
Europese kolonisten, dat de kookaburra al snel
de lachende reuzenijsvogel werd genoemd.
Kookaburra's leven in groepen van zo'n zes tot
zeven vogels en elke familiegroep verdedigt het
hele jaar door hetzelfde territorium. Overdag
zoeken deze vogels alleen naar voedsel, maar ze
blijven altijd in het zicht en het geluidsveld
van de groepsleden. 's Nachts komen ze bij
elkaar en delen een tak van een boom, behalve in
het broedseizoen, wanneer ze terugkeren naar hun
boomnesten. Om te slapen strijken neer op een
tak. Hoewel ze vooral voorkomen in
eucalyptusbossen en bosland, hebben ze zich
aangepast aan een leven in de buurt van mensen
en komen ze ook voor in weilanden, stadsparken
en tuinen in buitenwijken, mits ze geschikte
bomen hebben om in te nestelen. Deze standvogels
begeven zich zelden buiten hun broedgebieden, en
keren vaak jaar na jaar naar dezelfde plaats
terug.
Kookaburra-paartjes blijven hun hele leven samen
en hebben wel vijf helpers bij het uitbroeden
van de eieren en de zorg voor de jonge vogels.
De helpers zijn mannelijke nakomelingen die de
familiegroep niet verlaten totdat ze tussen de
twee en vier jaar oud zijn. Vrouwtjes verlaten
de groep met ��n tot twee jaar. Tijdens het
broedseizoen roepen de paartjes elkaar en voert
het mannetje het vrouwtje tijdens een
paringsritueel. Het vrouwtje legt haar eieren in
een nest, gewoonlijk in een natuurlijk hol in
een eucalyptusboom. De familiegroep broedt om
beurt op de eieren en voert de jongen. De
kuikens krijgen veren als ze ongeveer vijf weken
oud zijn, maar worden nog zes tot tien weken
door de groep gevoerd.
Het voedsel van deze vogel is gevarieerd. Hij
eet onder andere slangen, hagedissen, wormen,
vis, kikkers en insecten, maar ook sprinkhanen
en kevers. Hij is een geduldige jager en kan
urenlang stil zitten wachten op een hoge plek
zoals een tak of een elektriciteitskabel tot een
prooi nadert. Als hij zijn doelwit ziet, schiet
de kookaburra naar beneden of duikt in het
water. Op de grond landt hij naast zijn prooi,
grijpt hem en gaat terug naar een hoge plek. Hij
gooit kleine dieren zoals sprinkhanen tegen een
tak om de poten en vleugels weg te slaan en
slikt ze dan geheel door. Vis wordt ook
doodgeslagen en in ��n keer doorgeslikt.
|