De
koolvis
De
koolvis of Pollachius virens.
Beschrijving
Eerste rugvin met 12-15, tweede rugvin met 18-24
en derde rugvin met 19-23 vinstralen. Eerste
anaalvin met 23-29 en tweede anaalvin met 18-23
vinstralen.
Bovenkant donkergroen, flanken en buik dof
zilverkleurig; zijlijn vuilwit. Voorste straal
van de eerste anaalvin vlak achter de eerste
rugvin. Basis van de eerste anaalvin korter dan
de basis van de eerste twee rugvinnen samen.
Zijlijn vrijwel recht. Alleen in volwassen
exemplaren steekt de onderkaak wat uit. Geen
kindraad bij volwassen koolvissen, zeer korte
kindraad bij jonge exemplaren. 35-40 aanhangsels
aan de eerste kieuwboog.
Koolvissen eten voornamelijk vis (haringachtigen,
zandspiering, kever, wijting, blauwe wijting en
sprot). Daarnaast eten zijn ook kreeftachtigen,
inktvissen en slangsterren. Een goede
consumptievis, tenminste als hij vers is, want
het vlees krijgt snel een carbol-smaak.
Lengte
Maximaal 130 cm.
Verspreiding
Noord-Atlantische Oceaan, Noordzee en Oostzee.
Langs onze kust vrij algemeen.
|