W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Paddestoelen
 

Koperrode spijkerzwam

Chroogomphus rutilus
Deze soort kenmerkt zich door de knobbelvormige hoed. Het oppervlak ervan is nooit donzig en bij jonge vruchtlichamen plakkerig. Hij groeit in dennenbossen. De hoed is drie tot tien cm breed en in het begin kegelvormig, later gewelfd tot plat en meestal met een goed zichtbare bobbel in het midden. Tot het moment waarop de paddestoel volgroeid is, heeft de hoed een omgekrulde rand. Het oppervlak is glad, bijna onbehaard, aanvankelijk is het kleverig, later droog en zijdeachtig. De kleur van de hoed is oranjebruin tot honingkleurig bruin en vaak met een paarse tint. De plaatjes zijn aflopend, vrij ver uiteenstaand en in het begin oranjegeel, later vaal paarsrood tot bruinig en soms bruinzwart. De steel, vier tot tien cm lang en acht tot achttien mm dik, is cilindrisch, stevig, licht vezelig en soms voorzien van een ringvormige tekening. De steel heeft bovenaan dezelfde kleur als de hoed; onderaan is hij meer bruingeel en vaak wat olijfgelig getint. Het vlees is vrij stevig, elastisch, maar niet echt sappig. Het is gelig tot oranjegeel en bijna reukloos, het heeft wel een zachte en aangename smaak.
Deze soort groeit van juli tot november in dennenbossen, meestal in mycorrhizaal verband met de grove den en ook wel met andere naaldbomen met paarsgewijze naalden, zoals de zwarte den en de bergden. Deze paddestoelen gedijen goed op alkaligrond met een kalkhoudend substraat. Ze zijn te vinden van de heuvelachtige gebieden tot in subalpiene regionen (tot de grens van de niet uitgegroeide dennen). Ze komen veel voor in kalkrijke pijnboombosjes in heuvelachtige streken. Deze eetbare paddestoel is heel smakelijk. U kunt hem vers bereiden of toevoegen aan azijn. Na het koken krijgt hij een fraaie paarse kleur.
 

� 2006 - WORLDEXPLORER
Google