De
kuifeend
Orde
: Anseriformes - familie : Anatidae - geslacht :
Aythya en soort : Aythya fuligula. De kuifeend
behoort tot de familie van eenden, ganzen en
zwanen.
Met zijn karakteristieke hangende kuif, is de
zwart met witte mannetjeskuifeend een
kenmerkende zomerbewoner van de Euraziatische
meren en vijvers. De vogel leeft, slaapt en eet
op het water, duikt naar de bodem om te
knabbelen aan ondergedompeld wier of grijpt een
lekkere mossel van de rivierbedding. Tenzij hij
in een mild klimaat met een kant-en-klare
voedselvoorraad leeft, vliegt de kuifeend zodra
de winter komt rechtstreeks en snel naar de zon.
De kuifeend brengt het grootste deel van de dag
door op zoetwatermeren en langzaam stromende
rivieren. Hij baadt uren achter elkaar, poetst
zijn veren schoon, zet ze weer goed en maakt ze
waterdicht. Hij gebruikt daarbij zijn snavel om
olie uit een klier aan het eind van zijn staart
te halen en te verspreiden. De olie en de dikte
van de veren verschaffen isolatie tegen de kou.
Wanneer hij duikt, houdt de kuifeend zijn korte
veren dicht tegen zijn lijf aan. De vleugels
hebben goed ontwikkelde spieren die ze in staat
stellen om te vliegen en de snelle slagen vast
te houden die nodig zijn om het proportioneel
zware lijf van de grond te krijgen. Zijn bouw is
niet echt geschikt om op te stijgen en dus
krijgt hij een extra duw door met zijn poten op
het oppervlak van het water te trappelen om hem
de lucht in te helpen. Trekkende kuifeenden
brengen de winter door bij de kusten van
West-Europa en de Middellandse Zee, Afrika en
Zuid-Azi�.
Sociale activiteiten bereiken een hoogtepunt
tijdens de paartijd, wanneer mannetjes met hun
zwartwitte verenkleed en helder blauwe snavels
zich uitsloven om een partner te krijgen. Buiten
dit seizoen heeft hun verenkleed dezelfde saaie
bruine kleur als die van de vrouwtjes. Na de
hofmakerij verspreiden de vogels zich in paren
om nestplaatsen te vinden. Kleine eilanden zijn
hiervoor ideaal, omdat de nesten afgelegen en
veilig voor roofdieren moeten zijn. Het vrouwtje
legt ��n ei per dag totdat het broedsel compleet
is. Pas dan begint ze met uitbroeden, zodat alle
kuikens tegelijk uitkomen. Kort voordat ze
uitkomen, beginnen de jongen elkaar te roepen
vanuit het ei om tegelijk uit te komen. Binnen
een paar uur na het uitkomen kunnen de kuikens
duiken en leren ze snel voedsel te vinden.
Het meeste eten van deze eend komt uit het
water, vooral zijn favoriete voedsel, zoals
zoetwaterschaaldieren, zoetwatergarnalen en
insectenlarven. Hij duikt wel drie meter diep of
wiebelt simpelweg met zijn lijf om al spetterend
lekkers naar de oppervlakte te bewegen. Zaden en
wortels van waterplanten zijn belangrijke
voedselbronnen en de eend kan ook eten van
planten en insecten aan de rand van het water.
Kuifeenden horen thuis is noord en
noordoostelijk Europa, maar ze hebben zich
verspreid. De populatie groeit weer. De soort
heeft zich aangepast aan stedelijke gebieden en
maakt gebruik van gebieden met grote
wateroppervlaktes, zoals parken en
waterreservoirs.
|