De
langsnuitdolfijn
De
langsnuitdolfijn of Stenella longirostris.
Grootte : lichaamslengte 1,8 tot 2,2 meter;
mogelijk meer bij sommige grote populaties.
Gewicht tachtig tot negentig kilogram. Uiterlijk
: donker grijsbruin op de rug, overgaand in
lichter grijs of wit aan de onderzijde en
gespikkeld met donkere vlekken. Vrij grote,
donkere rugvin, donkere borstvinnen en staart.
De snavel is lang, met veertig tot vijftig
kleine tanden in elke kaakhelft.
Verspreidingsgebied : een dolfijn van diepe
tropische wateren zowel ver van als dicht bij de
kust, over de hele wereld verspreid. Deze soort,
die onder verschillende namen is beschreven,
omvat waarschijnlijk veel verschillende
populaties en ondersoorten.
De Engelse naam Spinner Dolphin duidt op hun
gewoonte uit het water op te springen en een
spiraal in de lucht te beschrijven. Deze dolfijn
voedt zich met scholenvormende vissen en
pijlinktvis, die hij vaak ver onder de
oppervlakte van de oceaan bemachtigt. Omdat deze
dolfijnen vaak met scholen tonijn en andere
grote roofvissen jagen, zijn ze voor vissers een
goede indicator voor de aanwezigheid van scholen
vis. Vele duizenden sterven ieder jaar, met de
slanke dolfijnen, in de voortonijn uitgezette
netten. Hoewel ze gewoonlijk wel in staat zijn
om deze netten te vermijden, gebeurt het toch
dat ze erin terecht komen en de weg eruit niet
meer kunnen vinden als de vissers beginnen met
deze dicht te trekken. Ze raken dan erin verward
en verdrinken. Men poogt de dolfijnen te helpen
door de nette te voorzien van ontsnappingsgaten;
ook het ten gehore brengen van bandopnamen van
orka-geluiden helpt om de dolfijnen te
verdrijven. De meeste geboorten vinden plaats in
de lente en in de herfst. Jongen zijn bij de
geboorte ongeveer tachtig cm lang.
|