Rubriek :
Historische figuren
Le Corbusier
Le Corbusier,
eigenlijk: Charles Edouard Jeanneret (La Chaux-de-Fonds 6 okt.
1887 - verdronken bij Roquebrune 27 aug. 1965), Frans, van
origine Zwitsers architect, stedenbouwkundige, schilder en
publicist, was een van de grootste en meest omstreden
architecten van de 20ste eeuw. Na uitgebreide studiereizen door
Europa ging hij in 1917 naar Parijs, waar hij zich aanvankelijk
vnl. wijdde aan de schilderkunst. Zo propageerde hij, tezamen
met Ozenfant, een nieuwe richting in de schilderkunst: het
purisme. In het door hen opgerichte tijdschrift L'Esprit Nouveau
(1920-1925) verschenen talrijke artikelen van zijn hand. De
hierin uitgewerkte idee�n paste hij in de praktijk toe bij zijn
ontwerpen voor een aantal particuliere huizen. In het tweede
ontwerp voor de Citrohan-huizen paste hij voor het eerst de 'pilotis'
toe: vrijstaande zuilen van gewapend beton, waarop het bouwwerk
rust. Een ander belangrijk kenmerk van deze (en latere)
ontwerpen is het ontbreken van enigerlei stilistische
versiering, waardoor het gebouw wordt teruggebracht tot de meest
essenti�le vorm (rechthoek, plat vlak, kubus, cilinder). Dit
bereikte hij vooral door het gebruik van doorlopende
vensterrijen, glazen wanden en platte daken. Het toepassen van
pilotis en platte daken betekende tevens ruimtewinst.
In 1922 associeerde Le Corbusier zich met zijn neef Pierre
Jeanneret. Gezamenlijk propageerden zij zijn idee�n, waarbij hij
uitging van een mechanisering van het leven. Vandaar ook dat hij
het woonhuis een machine noemde, die zo weinig mogelijk inbreuk
mocht maken op de individuele vrijheid van de mens en de
omringende natuur. Eveneens in 1922 publiceerde Le Corbusier
zijn plan voor een stad met 3 miljoen inwoners, waarin zijn
plannen op grote schaal waren uitgewerkt en waarin hij de stad
onderverdeelde in verschillende eenheden met uiteenlopende
functies: een woongedeelte met villa's in verdiepingen, een
werkgedeelte en een verkeergedeelte. Hij ontwierp in de volgende
jaren gigantische plannen voor de herbouw van hele steden, zoals
o.a. voor Algiers, Barcelona, Buenos Aires, Montevideo en
Parijs. Ook nam hij deel aan internationale prijsvragen, zoals
die voor het Volkenbondspaleis te Gen�ve (1927; bekroond maar
niet uitgevoerd). Tevens werkte hij plannen uit voor
verdiepingenvilla's in ontwerpen voor grote wooneenheden, 'unit�s
d'habitation', waarvan er verschillende zijn uitgevoerd:
Marseille (1947-1952), Nantes-Rez� (1952-1957), Berlijn (1957)
en Briey-la-For�t (1960). De verhoudingen baseerde hij op zijn
modulorsysteem (zie modulus), dat uitging van de verhoudingen
van het menselijk lichaam. Sedert de oprichting in 1928 van de
CIAM was Le Corbusier lange tijd een van de belangrijkste
stimulatoren van de groep.
Lag de periode van uitwerking van idee�n vooral v��r de Tweede
Wereldoorlog, die van de toepassing ervan in de praktijk viel
hoofdzakelijk erna. In de jaren vijftig ontwierp hij een plan
voor de stad Chandigarh. Bekend uit deze jaren is ook zijn
eerste religieuze bouwwerk: N�tre-Dame-du-Haut te Ronchamp
(1950-1954), dat grote invloed heeft uitgeoefend. Van zijn vele
andere bouwwerken zijn voorts te vermelden het Philips-paviljoen
op de Expo (1958) te Brussel, het dominicanenklooster van La
Tourette bij Lyon (1957-1960) en het ziekenhuis te Veneti�
(1965). Voor de tapijtweverijen van Aubusson en Gobelins maakte
hij vele kartons.
Le Corbusiers belangrijkste verdienste lag op het gebied van de
bouwkunst; zijn megalomane stedenbouwkundige projecten zijn
weliswaar zeer invloedrijk geweest, maar roepen vanaf de jaren
zeventig weerstanden op, zowel bij bewoners als bij veel
stedenbouwkundigen en architecten.
In de fondation Le Corbusier te Parijs zijn de grootste
collectie van zijn schilderijen en tekeningen en zijn
bibliotheek gehuisvest.