Rubriek :
Historische figuren
Koning Leopold III van
Belgi�
voluit: Leopold
Filips Karel Albert Meinrad Hubertus Maria Miguel (Brussel 3
nov. 1901 - Sint-Lambrechts-Woluwe 25 sept. 1983), vierde koning
der Belgen (1934-1951), oudste zoon en opvolger van koning
Albert I, uit het Huis Saksen-Coburg-Gotha, droeg aanvankelijk
de titel hertog van Brabant. Tijdens de Eerste Wereldoorlog
kreeg hij een opleiding bij de infanterie, waarna hij zijn
studies aan Eton College voortzette. Na de oorlog studeerde hij
aan de Koninklijke Militaire School en aan de Rijksuniversiteit
te Gent (1924-1925) en diende hij als officier bij de
grenadiers. Op 8 nov. 1926 huwde hij prinses Astrid [Belgi�]1
van Zweden (gest. 1935). Na de accidentele dood van zijn vader
legde hij op 23 febr. 1934 de grondwettelijke eed af. Aanknopend
bij de traditie van Leopold II maakte hij herhaaldelijk gebruik
van zijn grondwettelijke prerogatieven en weigerde hij aldus een
loutere getuige van het politieke gebeuren te zijn.
Geconfronteerd met de ontaarding van het parlementaire stelsel,
zoals dat bleek uit o.m. de talrijke regeringswijzigingen en het
verkiezingssucces van de antiparlementaire partijen, trok hij
van leer tegen de allesoverheersende invloed van de politieke
partijen (de zgn. particratie), waarvan de ministers
mandatarissen waren geworden, en wenste hij het grondwettelijke
beginsel waarvolgens de koning zijn ministers benoemt en
ontslaat, strikt toe te passen. Ook ten aanzien van het
buitenlandse beleid trad hij actief op. Na de Rijnbezetting door
Duitsland (maart 1936) en in het licht van het dreigende
oorlogsgevaar hield hij op 14 okt. 1936 een opzienbarende
toespraak, waarin hij de drie maanden eerder door P.-H. Spaak,
minister van Buitenlandse Zaken, geformuleerde Belgische
zelfstandigheids- en neutraliteitspolitiek krachtig bijviel. De
laatste maanden voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog
spande hij zich in om deze alsnog af te wenden: op 23 aug. 1939
richtte hij in naam van de Oslostaten (Belgi�, Denemarken,
Finland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen en Zweden) een oproep
tot de grote mogendheden om de vrede te bewaren en nadien (28
aug. en 7 nov.) poogde hij, tezamen met de Nederlandse koningin
Wilhelmina, te bemiddelen, echter zonder succes.
Na de Duitse inval in Belgi� (10 mei 1940) nam Leopold III de
opperste leiding van het Belgische leger op zich. Op 17 mei
drong eerste-minister Pierlot er bij de koning op aan dat deze
zich in geen geval gevangen zou geven en zich dus, in geval van
omsingeling, van zijn leger moest losmaken. De koning weigerde
daarop in te gaan en na een laatste onderhoud met de regering op
het kasteel van Wijnendaele, bij Torhout, deelde hij mee dat hij
het lot van zijn leger wenste te delen (25 mei). Op 27 mei
besloot Leopold de capitulatievoorwaarden aan te vragen en nog
dezelfde avond werd de capitulatie ondertekend. De
wapenstilstand ging op 28 mei in. Daarop werd Leopold
krijgsgevangen genomen, waarna hij voor de duur van de oorlog op
het kasteel van Laken verbleef. Wel had hij op 19 nov. 1940 te
Berchtesgaden een onderhoud met Hitler, waarbij hij vooral
aandrong op de vrijlating van de Belgische krijgsgevangenen en
verzachting van de bezettingsomstandigheden. In 1941 (kerkelijk:
11 sept.; burgerlijk: 6 dec.) trad Leopold in het huwelijk met
Lilian Baels. De bekendmaking van dat huwelijk veroorzaakte heel
wat beroering bij de bevolking. Op 7 juni 1944 werd de koning
met zijn gezin en een klein gevolg door de Duitsers
gedeporteerd, eerst naar het slot Hirschstein (bij Dresden) en
nadien (7 maart 1945) naar Strobl (bij Salzburg), waar hij in
mei 1945 door het Amerikaanse leger werd bevrijd. Intussen was
in het bevrijde Belgi� scherp verzet gerezen tegen de terugkeer
van Leopold; aan de basis daarvan lagen vooral zijn weigering om
in mei 1940 de regering-Pierlot naar Londen te vergezellen, zijn
onderhoud met Hitler en zijn huwelijk met Lilian Baels. Op 30
sept. 1945 vestigde de koning zich met zijn gezin te Pr�gny
(Zwitserland) en keerde pas op 22 juli 1950 naar Belgi� terug. Op 16 juli 1951 deed hij definitief
afstand van de troon ten gunste van zijn zoon Boudewijn
[Belgi�], maar hij behield de koningstitel. Sindsdien leefde hij
teruggetrokken, eerst op het kasteel van Laken, sedert 1960 op
dat van Argenteuil te Waterloo. Uit zijn huwelijk met Astrid
werden drie kinderen geboren: Jos�phine Charlotte, Boudewijn en
Albert, uit dat met Lilian eveneens drie: Alexander (1942),
Maria Christina (1951) en Maria Esmeralda (1956).