Het
lichtend sprotje
Het lichtend sprotje of
Maurolicus muelleri.
Beschrijving
Rugvin met 9-12, anaalvin met 23-27 vinstralen.
Rug groenblauw, zilverkleurige flanken en buik.
Schuin naar boven gerichte bek en grote ogen. De
lange, lage vetvin is kenmerkend voor deze
soort. Series van 14-18 en van 7-9 lichtorganen
aan beide zijden boven de buikrand.
Lichtende sprotjes komen overdag voor op een
diepte van honderd tot vijfhonderd meter. Ze
komen echter 's nachts dicht bij het oppervlak
(verticale migratie).
Lengte
7 cm.
Verspreiding
Kosmopolitisch. Langs de Nederlandse kust
sporadisch, voornamelijk aangespoelde
exemplaren, vooral in april.
|