Rubriek :
Kruiden en specerijen -
overzicht
Lievevrouwebedstro
Of
meikruid, ruwkruid.
Asperula odorata.
Het lievevrouwebedstro is in Europa, Azi� en Noord-Afrika
inheems. De kruipende, roodbruine wortelstok is overblijvend. De
vierkantige stengel wordt tien tot dertig cm hoog en draagt
onderaan kransen van zes en bovenaan kransen van acht bladeren.
De lossen bladeren zijn lancetvormig, hebben aan de rand fijne
haartjes en hebben geen steeltje. De bloesems staan in
bijschermen stervormig gerangschikt en zijn wit en klokvormig.
De vruchten bestaan uit kleine, klitachtige nootjes. De
merkwaardige geur is afkomstig van de cumarine die niet alleen
in de bloesems maar in de hele plant aanwezig is. De bloeitijd
loopt van mei tot half juni.
Lievevrouwebedstro komt het meest voor in schaduwrijke
beukenbossen en maar zelden in naaldbossen. Op schaduwrijke
plekjes in de tuin doet deze plant het goed.