Lipvissen
Lipvissen of Labridae komen in
vrijwel alle ondiepe tropische en subtropische
kustzee�n voor. De meeste soorten hebben
voorkeur voor rotskusten en koraalriffen. Er
zijn meer dan vijhonderd soorten met vaak zeer
fraaie kleurpatronen beschreven. Uit literatuur
is gebleken dat bij de beschrijvingen van de
soorten veel fouten zijn gemaakt, zodat later in
de naamgeving vaak correcties moesten worden
doorgevoerd. Mannetjes zijn vaak totaal anders
gekleurd dan vrouwtjes en jongen, maar in vele
gevallen zijn er slechts enkele mannetjes
functioneel en zijn er ook mannetjes met het
kleurpatroon van de vrouwtjes onderdrukt
aanwezig. Veel soorten hebben het vermogen om
van geslacht te veranderen als daar behoefte aan
is. Lipvissen komen in kleine scholen voor en
hebben een zeer lange rugvin en stevige tanden
in de kaken. Ze bezitten ook nog keeltanden,
waarmee ze schaal- en schelpdieren kunnen
kraken. Hoewel de Noordzee vaak te koud is voor
lipvissen, zijn langs de Nederlandse kust vier
soorten aangetroffen : gevlekte lipvis -
kliplipvis - zwartooglipvis en baillon's lipvis.
|