Rubriek :
Historische figuren
Lodewijk de vrome
(Fr.: Louis le Pieux
of Louis le D�bonnaire [= lett.: de goedhartige]) (Chasseneuil
778 - Ingelheim 20 juni 840), Frankisch koning en Rooms keizer,
regeerde van 814 tot 840. Hij was de derde zoon van Karel de
Grote en de enige overlevende bij diens dood. Reeds in 781 was
hij koning van Aquitani� en in aug. 813 werd hij door zijn vader
tot koning en keizer gekroond. Sindsdien regeerde hij met zijn
vader, maar pas na diens dood in jan. 814 alleen. In okt. 816
kroonde paus Stefanus IV hem opnieuw te Reims. Lodewijk stond
sterk onder de invloed van de geestelijkheid. De handhaving van
de eenheid van het Frankische Rijk ging hem zeer ter harte. Hij
vaardigde met dit doel in 817 een constitutie uit, de Ordinatio
Imperii. Zijn oudste zoon, Lotharius, werd medekeizer en zou hem
opvolgen; de andere zoons, Pippijn en Lodewijk (later: de
Duitser), zouden slechts onderkoningen zijn en ondergeschikt aan
hun broer. Spoedig ontstonden echter moeilijkheden. Na de dood
van zijn eerste vrouw, Irmingard, trouwde Lodewijk in 819 met
Judith uit het Beierse geslacht Welf. In 823 werd uit dit
huwelijk zijn vierde zoon, Karel (Karel de Kale), geboren. De
ambitieuze Judith eiste en verkreeg eveneens een
onderkoningschap voor haar zoon. In de lente van 830 stonden de
andere zoons tegen hun vader op. Judith werd naar een klooster
gezonden; men keerde terug naar de regeling van 817; Lotharius
werd de feitelijke keizer en Lodewijk (de Vrome) zijn gevangene.
In okt. 830 werd Lodewijk in zijn keizerlijke rechten hersteld
en Judith vrijgelaten. Nu volgde een zeer bewogen periode met
herhaalde opstanden van de zoons tegen hun vader en tegen
elkaar. In 833 werd Lodewijk als keizer afgezet, maar kort
daarop weer als zodanig hersteld. In 839 verdeelde hij zijn rijk
en gaf aan Lotharius en Karel twee ongeveer gelijke delen aan
weerszijden van de Maas, de Sa�ne en de Alpen. De latere
Lodewijk de Duitser kreeg slechts Beieren. Hij kwam in opstand,
maar Lodewijk overleed, terwijl hij zich gereedmaakte om tegen
hem op te trekken, op een eiland in de Rijn, bij Ingelheim. Hij
werd begraven te Metz. In 843 verdeelden de twistende zoons het
rijk voorgoed onder elkaar bij het Verdrag van Verdun.