Rubriek :
Historische figuren
Lodewijk van Bourbon
(1438 - 30 aug.
1482), prins-bisschop van Luik van 1456 tot 1482, zoon van Karel
I van Bourbon, werd met de steun van zijn oom Filips de Goede
van Bourgondi� tot bisschop verkozen. Wegens de oppositie tegen
dit Bourgondisch bewind moest Lodewijk in 1458 de stad verlaten,
waarna een door de Franse koning Lodewijk XI gesteunde opstand
tegen de geestelijkheid uitbrak (de knuppelslagers onder leiding
van Raes van Heers). Bij het uitbreken van de oorlog tussen
Lodewijk XI en de Bourgondische troonopvolger Karel de Stoute
zetten de Luikse Staten hun bisschop af en stelden ze Marcus van
Baden tot momboor (d.i. regent) van het prinsbisdom aan (maart
1465).
Eerst na de overwinning van Karel de Stoute op de Luikenaars bij
Brustem (28 okt. 1467) kwam Lodewijk van Bourbon terug in de
stad, maar hij liet het bestuur over aan Karels
vertegenwoordiger, Humbercourt. Toen in sept. 1468 Humbercourt
en de prins-bisschop gevangen werden genomen door de in het
bisdom binnengedrongen Vrais Li�geois, werd de stad door Karel
de Stoute systematisch in brand gestoken (okt.-nov. 1468). Na de
dood van Karel de Stoute (1477) ontpopte Lodewijk van Bourbon
zich tot een verdediger van de zelfstandigheid van zijn
prinsbisdom. Toch kon hij conflicten met zijn onderdanen niet
vermijden. Toen Willem van der Mark tegen hem in opstand kwam,
brak de burgeroorlog uit, waarbij Lodewijk Maximiliaan van
Oostenrijk te hulp riep. Lodewijk sneuvelde tijdens dit
conflict.