Rubriek :
Historische figuren
Lodewijk van Male
(kasteel van Male,
bij Brugge, 29 nov. 1330-Sint-Omaars 30 jan. 1384), zoon en
opvolger van Lodewijk van Nevers, uit het Huis Dampierre. Hij
was een 'Realpolitiker', zowel op binnenlands als op buitenlands
gebied. Na de Slag bij Cr�cy (25 aug. 1346), waarin hij gewond
werd, verbleef hij tot nov. 1346 op het kasteel van de hertog
van Brabant te Tervuren. De wevers, die in de Vlaamse steden aan
de macht waren, dwongen hem de Engelse koning Eduard III als
suzerein te erkennen en zich te verloven met diens dochter
Isabella (Sint-Winoksbergen, maart 1347).
Op aanraden van de Franse koning en met de steun van de paus en
van Jan III van Brabant verbrak Lodewijk zijn verloving en
vluchtte naar Frankrijk (april 1347).
Reeds op 1 juli 1347 had te Tervuren zijn verloving plaats met
Margaretha, dochter van Jan III, met wie hij kort daarna in het
huwelijk trad. Het doel van zijn binnenlandse politiek was te
voorkomen dat een machtige coalitie tegen hem tot stand kwam. Op
buitenlands gebied werd zijn politiek eveneens bepaald door het
voordeel dat hij uit bestaande constellaties kon halen.
Hij nam niet deel aan de Honderdjarige Oorlog en wist steeds in
de gunst van Engeland te blijven. Onder voorwendsel dat hertog
Jan III de Brabantse successsie geregeld had zonder zijn
goedkeuring, viel hij hertog Wenceslas, gemaal van zijn
schoonzuster Johanna, aan, versloeg hem te Scheut (17 aug. 1356)
en nam de steden Mechelen, Antwerpen, Leuven en Brussel in. Bij
de Vrede van Aat (3 juni 1357) verwierf hij de heerlijkheid
Mechelen en de stad Antwerpen, alsook de titel hertog van
Brabant. In 1369 huwde hij zijn dochter Margaretha, die weduwe
geworden was, voor de tweede maal uit, en wel aan Filips de
Stoute, hertog van Bourgondi�, de jongere broer van de Franse
koning Karel V. Lodewijk kreeg de prijs die hij ge�eist had: de
terugkeer naar Vlaanderen van de kasselrijen Rijsel, Dowaai en
Orchies, die in 1312 bij het Verdrag van Pontoise aan Frankrijk
waren afgestaan. In 1382 vielen hem, bij het overlijden van zijn
moeder, Artesi� en Franche-Comt� ten deel.
Toen in 1379 de Gentse opstand uitbrak, werd Lodewijk in het
defensief gedrongen en zelf zwaar verslagen bij de Slag op het
Beverhoutsveld (3 mei 1382). Hij riep de hulp in van Filips de
Stoute en de Franse koning en kon aldus de overwinning van
Westrozebeke behalen (27 nov. 1382).
Lodewijk van Male omringde zich met Vlaamse raadsheren, meestal
legisten. In de instellingen die hij oprichtte of moderniseerde,
o.m. de Audi�ntie [algemeen], wisten deze raadsheren uiterst
behendig en zonder veel tegenstand de steden en de 'mindere
wetten' aan het grafelijk gezag te onderwerpen. Op deze wijze
werd de basis gelegd voor de centraliserende politiek van de
Bourgondische hertogen.