Rubriek :
Historische figuren
Lodewijk van Nassau
(Dillenburg 10 jan.
1538 - bij Mook 14 april 1574), graaf van Nassau, zoon van
Willem de Rijke en Juliana van Stolberg, studeerde te
Straatsburg. Hij streed in 1557-1559 onder zijn broer Willem van
Oranje en Egmond tegen Frankrijk. Sindsdien onderhield hij door
herhaalde reizen voor de prins contacten met Duitse vorsten,
knoopte relaties aan met Franse hugenoten, o.a. Cond� en Coligny,
en bracht samenwerking tot stand tussen Oranjes hoge-adelsliga
en de lagere landadel. De totstandkoming van het Eedverbond der
Edelen is voortgevloeid uit door hem in de zomer van 1565 te Spa
gehouden besprekingen met een aantal Nederlandse edelen. Hij
fungeerde vervolgens als schakel tussen het eedverbond en de
calvinistische consistories. In het voorjaar van 1567 week hij
met Willem van Oranje naar Dillenburg uit. Van 1568 tot 1572
vertoefde Lodewijk in de regel in Frankrijk; hij maakte daar
o.a. kennis met Theodorus Beza en legde via hem de contacten met
de Zwitserse calvinisten, die zouden leiden tot hun financi�le
steun aan de invasies van 1568, 1572 en 1573/1574. In
samenwerking met Filips van Marnix, heer van Sint-Aldegonde,
organiseerde Lodewijk, die inmiddels van lutheraan calvinist was
geworden, op de Dillenburg disputen tussen lutherse en
calvinistische theologen, die ertoe leidden dat heel het
Nassau-gezin hem in die overgang volgde. In 1568 leidde hij de
inval in het noorden, versloeg 23 mei 1568 het legertje van
Arenberg bij Heiligerlee (zie Slag bij Heiligerlee), zag zich
echter bij Alva's komst in het noorden tot terugtrekken genoopt
en werd 20 juli 1568 bij Jemgum (Jemmingen) verslagen. In de
daaropvolgende jaren legde hij namens Willem van Oranje
contacten met de watergeuzen. Op 23 mei 1572 veroverde hij
Bergen in Henegouwen; 19 sept. van dat jaar moest hij het aan
Alva overgeven. Eind 1573 wierf hij met subsidies uit Franse,
Zwitserse en Duitse calvinistenkringen opnieuw een legertje, om
daarmee zijn steeds meer benarde broer in Holland te hulp te
komen. Bij Mook stuitte hij op een Spaanse legerafdeling onder
Sancho d'Avila, die zijn zwakke troep op 14 april 1574
vernietigde (Slag op de Mookerheide), waarbij hij en zijn broer
Hendrik sneuvelden. Van alle zoons van Willem de Rijke was
Lodewijk de bekwaamste en meest ondernemende militair.